maandag 13 december 2010

Verslagen???

De geest is willig...

Er waren echt heel serieuze voornemens om heel snel na aankomst met echte verslagen te komen. Het bleek lastiger dan gedacht...
De eerste week liep ik vooral nog wat verdwaasd rond; het duurde een dag of vier voor ik weer in een normaal slaapritme zat.
Na een week mocht ik weer naar kantoor. Allerlei mensen dachten dat ik dat wel afschuuwelijk zou vinden, maar dat viel best mee. Vanaf het begin wist ik dat het een tocht van drie maanden was. Bovendien werk ik in een heel plezierig team, en lagen er nog een aantal leuke klussen te wachten.

Meteen op dag één kreeg ik de gelegenheid om een korte presentatie te geven - met foto's - waardoor een groot deel van de collega's in één klap op de hoogte was. En tot mijn verrassing, ook een aantal waren geïnspireerd.

Daarna ben ik bezig geweest met ordenen van foto's, met kijken welke filmpjes we nou eigenlijk hadden gemaakt, en met het op een rij krijgen van wat er eigenlijk allemaal was gebeurd. De Zilt was wel geïnteresseerd in een artikel, maar het lukte me niet om dat voor oktober op papier te krijgen (ze wilden het ook wel èrg kort hebben). Lang verhaal kort: na drie weken zei Erna dat ik eindelijk 'thuis' was. En na een kleine drie maanden had ik het eindelijk op papier.

Zie www.ziltmagazine.nl, nr. 56; decembernummer 2010!

Groet,
Marc

(en ja, er komen echt ook nog foto's en filmpjes hier op de site!)

zaterdag 21 augustus 2010

We zijn er!

Vanmorgen om acht voor half negen maakten we vast aan de brandstofsteiger van Seaport Marina in IJmuiden. De eerste mens na de havenmeester op Horta bleek een kortgekapte, zwartharige manlijke persoon van ergens in de twintig te zijn. Z'n kleding deed een link met boten vermoeden. Hij nam  - zeer vriendelijk - het achterlijntje aan. De volgende was een blonde (enigszins puisterige) tiener bij de benzinepomp. Er was nog 5 liter benzine in de tank.
 
Na 1600 mijl zij we dus terug in Nederland, in iets minder dan 15 etmalen (9.30 vertekken, 8.30 aankomen).
 
Dùùhs.
 
Later komen er meer verslagen.
 
Groet,
Marc
 
 

laatste nachtwacht...

Terwijl ik dit schrijf, varen we voor de kust bij Scheveningen; het is nog een mijl of 25 naar IJmuiden. De nacht is helder, de wind zuidwest, dus het is een mooie afsluiting van de tocht.
 
De passage van Europoort ging soepeltjes. Het ziet er indrukwekkend complex uit, met alle lichten van de Maasvlakte, de boeien en de schepen op zee (al dan niet geankerd), maar het paadje dat voor jachten daar tussendoor is uitgezet is toch vrij rustig. Sector Maasmond oproepen om te vertellen dat je wilt
oversteken, en zij geven aan of de weg vrij is of niet.
 
Het verschil met het beginpunt van de reis is immens! Hier geen bergen van 1000 meter en meer in 1600 meter diep water, maar land dat zich nauwelijks aan de zee weet te ontworstelen, terwijl die zee zelf, met een diepte van een meter of 20, ook weinig aanspraak op die naam kan maken. Grappig is wel dat de golven ook hier goed kunnen klotsen; de diepte van 20 meter maakt ze kort en hoog, en bij het vertrek stonden tussen Pico en Faial net zulke korte hoge golven.
 
Nu ja, zoals het er nu naar uitziet lopen we over een uur of vijf IJmuiden aan; negen uur boordtijd, tien uur plaatselijke tijd. Mijn haar heeft erg veel zin in de douche.
 
Groet,
Marc

vrijdag 20 augustus 2010

nog 100 mijl te gaan

We zijn net Duinkerken gepasseerd, en varen nu voor de Belgische kust. De afgelopen nacht ging het niet heel erg snel (wel gestaag) en we hadden een dagresultaat van 100 mijl. Dat is ook de afstand die we nog naar IJmuiden moeten afleggen. Inmiddels is de wind weer toegenomen, en gaan we met een gangetje van 6 knoop voort. Naar verwachting zal de wind eerder toe dan afnemen, zodat ik verwacht dat we in de ochtend IJmuiden binnenlopen.
 
Sinds de laatste blog hebben we geen zeezoogdieren meer te melden. Wel is er, na drie maanden, eindelijk vis gevangen; twee makrelen. De avondmaaltijd staat dus in grote lijnen vast.
 
Groet,
Marc

We zijn er bijna...

Gisterennacht waren we het eiland Wight nog niet voorbij, en inmiddels liggen we voor Boulogne sur Mèr. Het is nog een kleine 20 mijl naar Calais (en op de heenweg deden we IJmuiden-Calais in 24 uur). Oftewel, we zijn er bijna!
 
De dag begon met een hozende regenbui, maar daarna hebben we de hele dag in de zon gevaren met mooi uitzicht op de Engelse kalkrotskusten (ik snap eindelijk waarom 'seven sisters' zo heet; het zijn kalkrotsen die wel wat weg hebben van de mutsen van verpleegsters). Ruime wind; lekkertjes. De wolken bleven netjes boven Engeland hangen. Toen we om vier uur vanmiddag de eerste 'lane' van het verkeersscheidingsstelsel overstaken, nam de wind af tot vrijwel windstil. Daarna heeel langzaam de 'middenberm' overgestoken, en om één uur vannacht konden we aan de tweede 'lane' beginnen. Gedurende de oversteek daarvan nam de wind weer toe. We hebben bij beide oversteken gemotord, zodat we nu echt alleen nog maar benzine hebben om IJmuiden binnen te varen. De weerkaart laat voldoende wind zien voor de komende dag (zuid rond de 6 Bf) dus dat zou geen probleem moeten zijn.
 
En, geloof het of niet, maar aan het begin van de avond hadden we dolfijnen bij de boot (Tuimelaars, u weet wel, van het dolfinarium). Binnen kon je het hoge gepiep van ze horen, en buiten leek het dat ze ons even kwamen 'checken', waarna ze weer verder zwommen. Vannacht hoorden en zagen Joke en Jip ze opnieuw rond de boot. Het is alsof de zeezoogdieren ons aan de staart hangen!
 
Het scheidingsstelsel was afgeladen met boten, een constante stroom van containerschepen, chemicaliëntankers, en andere vrachtschepen. Bij het passeren van de afzonderlijke 'lanes' hadden we steeds te maken met een schip of zes. Deze schepen verstoken alles wat brand en vloeibaar (te maken) is, wat niet perse schone uitlaatgassen oplevert. In de avondzon zagen we om ons heen dan ook een gelige laag op de horizon liggen. Ik kan me voorstellen dat de luchtkwaliteit in Dover en Calais hier meetbaar door beïnvloed wordt. 'Hè bah', zei Joke (en stak nog een sigaret op...).
 
Verder is de stemming goed en gaat het boordleven door zoals de afgelopen weken (inmiddels!).
 
In de loop van vrijdag zullen we nog een verwachting van aankomst geven.
 
Groet,
Marc
 

donderdag 19 augustus 2010

Kanaalroutine

Vanmorgen was het land dan ook echt te zien; de kust bij 'Start Point', vlakbij Plymouth. Vijf jaar geleden voeren we daar ook voorbij, toen we de boot ophaalden uit Millbrook (ook vlakbij Plymouth). Toen hadden we oostenwind, nu gelukkig west!
 
Het vaart lekker door, de wind komt uit het westen, kracht 4-6, en de golven komen  - anders dan op de oceaan - gewoon duidelijk van één kant (daar waar de wind vandaan komt) en in de loop van de dag bouwden ze lekker op, zodat we er fijn vanaf konden surfen. Op een gegeven moment konden we een golf bijhouden, zodat we uiteindelijk 13.6 knoop aan tikten.
 
De grote schepen varen in het midden van het Kanaal, waar wij er niet zoveel last van hebben daar we dicht onder de Engelse kust zitten.
 
Verder gaat alles z'n gangetje, wacht op, wacht af, reven, ontreven, eten, drinken, enzovoort... Enigszins vermoeiender dan hiervoor is dat we zelf moeten sturen (maar dat was bij 13.6 knoop helemaal geen straf). Alleen van het lezen komt even wat minder.
 
Groet,
Marc

woensdag 18 augustus 2010

Land in zicht

Vanavond om een uur of tien bereikten we de ingang van het Kanaal, en al tegen elf uur was het schijnsel van de vuurtoren van Lizard Point tegen de hemel te zien. Land in zicht dus!
 
In de laatste uren volgen de veranderingen elkaar razendsnel op. Was het gisteren nog groots en ledig op zee, inmiddels zien we overal om ons heen lichten van schepen. Twee varen er voor ons uit, een komt ons tegemoet, twee andere varen rechts van ons. Degene die op ons afkwam lijkt zich te ontpoppen als vliegdekschip. Verder zien we (naast de vuurtoren) de wolken verlicht door de lampen van de steden op de Engelse kust.
De golven, die vanmorgen nog tamelijk hoog waren, zijn inmidels danig afgevlakt. Naar mijn gevoel 'IJsselmeerniveau', maar dat gevoel is waarschijnlijk enigszins verstoord door de oceaangolven van de afgelopen weken. Na de weidsheid van de oceaan van de afgelopen tijd voelt het inderdaad als het invaren van een kanaal.
Verder zijn ook de vogels die we hier zien hele andere dan hiervoor; in de loop van de week kwamen er Noorse stormvogels in zicht, die geleidelijk de plaats innamen van de pijlstormvogels. En van de stormvogeltjes zien we alleen maar de bovenste van de pagina stormvogeltjes (de 'gewone') terwijl we eerder alleen maar de 'Madeira', 'Wilsons', en het 'Vale' stormvogeltje zagen (de onderste drie op de   pagina uit het vogelboek). Verder zijn de eerste Jagers (grote, middelste, kleine of kleinste?) en Jan van Genten (of Jannen van Gent?) weer gesignaleerd. We zagen eerst alleen maar juveniele vogels, maar inmiddels zijn ook de volwassen exemplaren gespot.  
We realiseerden ons vandaag ook opeens dat de laatste mensen die we zagen, de havenmeesters van Horta waren, en dat de eerstvolgende ofwel de pompbediende in Dover zal zijn, ofwel de havenmeester in IJmuiden. Wie het ook wordt, het zijn werelden van verschil. Natuurlijk een ander klimaat (watertemperatuur is inmiddels 15 graden, tegen 23 op Horta), maar ook een andere taal, tempo, alles eigenlijk.
Nu ja, allemaal heel erg voorstelbaar en voorspelbaar, maar toch bijzonder om zo mee te maken.
 
Qua leven aan boord kwamen we erachter dat de marifoonantenne uit de mast is verdwenen (geen idee wanneer en hoe). En ook de stuurautomaat lijkt er de brui aan te geven. Waar we op de heenweg nog vrolijk met 7Bf werden gestuurd door het ding, begint 'ie nu al te kraken en piepen bij 4Bf. Gelukkig is het traject te overzien en wilden we in het Kanaal toch al met z'n tweeën wachtlopen, dus is op de hand sturen niet heel erg. Voordat ik dit zo luchtig kon intypen heb ik er vanmiddag helaas eerst wel een 'klein dipje' door beleefd.
 
Voorlopig staat de wind de goede kant op en zeilden we lekkertjes ("en aan de hemel was kreukel noch plooi").
 
Groet,
Marc
 

dinsdag 17 augustus 2010

WIND!!!

Mijn vorige blog noemde ik 'op het continentaal plat', maar eigenlijk was 'WIND!!!' veel beter op z'n plaats geweest. Gisteren is er namelijk iets zeer wezenlijks gebeurd aan boord: we maken weer goede vaart! Hadden we van zondag op maandag nog een diepterecord in het dagresultaat (70 mijl), inmiddels hebben we ook het hoogtepunt tot nu toe bereikt: 145 mijl (althans, op deze terugreis; heen hebben we 180 geklokt). Met 5Bf op de kont, met uitschieters naar 6, kan het natuurlijk ook niet anders.
Vanmorgen hadden we zowaar nog dolfijnen rond de boot, die konden eindelijk hun hart ophalen bij 12 knoop. Ze sprongen uit de golftop het golfdal in, staken nog nét voor de boot dwars over, en één zwom in de top van een golf, als het ware voor de etalageruit. Zeer specta!
 
Groet,
Marc
 

Op het continentaal plat

Op dit moment (nacht van maandag 16 op dinsdag 17) zitten we op water van zo'n 100 meter diep. We hebben de oceaan dus praktisch verlaten en zitten op het continentale plat, wat niet wil zeggen dat het hier al lekker beschut is. Rechtsaf kom je nog steeds in Noord-Spanje uit. De afstand tot ons waypoint bij de ingang van het Kanaal is nu nog zo'n 120 mijl.
 
Gisternacht (zo op ma) hield om kwart voor vier de motor er mee op; benzinetank leeg. (We hebben nu nog 10 liter voor noodgevallen en het binnenlopen van de haven.) Op dat moment stond er zo'n drie knopen wind; te weinig om het grootzeil vol te houden in de deining. Dus zeil naar beneden, ankerlicht aan (geen voortgang!) en wachten op wind.
Op zich was dat niet eens zo heel erg; tot het moment dat de motor uitging waren er dolfijnen rond de boot geweest, die het een leuk spelletje leken te vinden om in het licht van de zaklamp heen en weer te plonzen. Ze leken 'rode vonkjes' uit het water te laten springen. Toen we eenmaal stil lagen en ik met de lamp een tijdje in het water scheen, bleken dat kleine visjes van een centimeter of 4 te zijn met een rode vlek voorin hun doorzichtige lijf. Al snel kwam er een school grotere vissen (20-30 cm) die die kleintjes wel lekker leken te vinden. NB, dit was dus nog op diep water; je schijnt met een zaklamp in zee en in no time miegelt het er van de vissen! Verder nog een kwalletje en wat onbestemde vlekken.
 
Om half zes stond er weer wat meer wind, en gingen de zeilen weer omhoog. Nog steeds geen snelheden om U tegen te zeggen (1,5-2 knoop) maar er was weer gang in de boot. Om half negen heeft Jip de gennaker gehesen, en in de loop van de dag kwam er meer wind (en snelheid). Uit het zuidwesten, dus helemaal de goede richting. Tegen vijf uur in de middag was de wind zover toegenomen dat de gennaker er weer af mocht. En een half uur geleden heb ik het tweede rif gezet.
We surfen met een dikke 5Bf weer lekker van de golven af. Het is bewolkt en het miezerregent. Het kielzog licht weer op, soms tot wel 100 meter achter de boot. Er zitten veel meer 'lichte spikkels' in dan vorige dagen, zodat het water achter de boot wel wat weg heeft van de sterrenhemel; donker water met lichte puntjes, omzoomd door twee lichte vegen 'melkweg' van de kielzoggen van de rompen. 
 
Verder gaat het leven z'n gangetje aan boord. Wacht op, wacht af, eten, lezen, voorraden checken, enzovoort. We hebben de eerste watertank inmiddels leeg, na dik 11 dagen. Valt helemaal niet tegen. En we eten nog steeds verse groente en vers fruit, dus de 'vieze blikjes' blijven voorlopig nog dicht.
Tenslotte is de stemming goed, en wordt er heel wat gelachen.
 
Groet,
Marc

maandag 16 augustus 2010

blakte...

We zitten op de overgang van de diepe oceaan naar het continentale plat, en er is hier van alles gaande. Helaas geldt dat niet voor de wind, die maar niet door wil gaan waaien. Een paar dagen geleden zagen we nog lagedrukgebieden in de meerdaagse verwachtingen, waardoor we (veel) wind op de kont zouden krijgen, maar die lijken al bij voorbaat opgevuld te worden. Soort van virtuele wind.
Wij zouden graag weer wat echte wind voorbij zien komen, want het einde van de benzinevoorraad komt snel in zicht.
 
Wat er wel gebeurt is (natuurlijk) dat het een stuk ondieper wordt; over een afstand van 50 mijl gaat het van 4000 naar 150 meter diepte. Kennelijk heeft dat hele positieve effecten op de visstand, want het krioelde vandaag van de vissersschepen (die het kennelijk ook niet nodig vinden om op oproepen te reageren). Verder waren er weer enkele vinvissen, grienden en een heleboel dolfijnen te zien. Het begint al gewoon te worden...
 
Vannacht zitten er weer een heleboel dolfijnen rond de boot. Gelukkig weten we wat het zijn, want in het donker wordt het geplons en geblaas al snel vertaald in gigantische zeemonsters. Zittend op de boeg met een zaklamp blijken de dolfijnen allerlei kleine visjes uit het water te jagen. Verder zien we als we naar beneden schijnen van alles oplichten onder water. Zoals ik al eerder schreef; het beeld van de oceaan als een lege woestijn klopt niet helemaal.
 
We plannen om via de Engelse kant van het Kanaal naar Nederland te varen. Volgens de weerkaartjes die we nu binnenkrijgen zouden we daar een knoop of 10-15 in de rug moeten hebben; niet heel veel, maar voldoende om door te kunnen varen.
 
Groet,
Marc

zondag 15 augustus 2010

Close encounter

Blog door Jip:

 

Deze blog zou gaan over het effect van de dagelijkse routine op de bemanning (in ieder geval op mij) en wat de reis, buiten de dagelijkse ervaringen, over de periode bij mij teweeg brengt. Tijdens de Driehoek* was mijn ervaring al dat een deel van de kick erin zit dat je lang onderweg bent. Deze ervaring laat zich niet in één moment beleven en heeft een merkwaardige uitwerking op mij. Als dit bij de Driehoek al zo was, is dat nu nog behoorlijk wat sterker. Gisteren was een dag dat het zeilen op de oceaan in mijn hoofd los begon te raken van het oversteken ervan (met al doel: aankomen). Het duurde een poosje voor alles weer bij elkaar kwam en ik weer in staat was te genieten van de trip en het hier-en-nu van de oceaan (rond de 48ste breedte- en de 13e lengtegraad!).

*Driehoek Noordzee; van Den Helder naar de Orkney-eilanden (boven Schotland), naar Noorwegen (Farsund), terug naar Den Helder. Ongeveer 3-4 zeildagen per traject. Gevaren in 2009.

Maar zoals de kop doet vermoeden geeft de actualiteit van gisterenavond aanleiding tot een veel spectaculairder verhaal. Terwijl Marc lag te slapen en de rest van de bemanning plannen maakte voor de koffie werden we opgeschrikt door het geluid van het leegblazen van een tuinslang. De opgeschrikte crew zag zich aan stuurboord op enkele meters afstand geconfronteerd met een metershoge nevel en een langzaam oprijzende gestalte. Een paar meter verder maakte een klein vinnetje herkenning eenvoudig: Balaenoptera Physalus, Gewone Vinvis. Het beest zwom enkele bootlengten met ons mee waarna het besloot linksaf te slaan en met een ruk aan het roer moest een aanvaring worden voorkomen. Gelukkig duurde het gevaar niet lang en konden we, inclusief Marc, geallarmeerd door het geschreeuw van de geschrokken bemanning, het beest nog enige tijd aan stuurboord met ons mee zien zwemmen. Toen er een ruime bootlengte afstand was (wat overigens maar een halve vinvislengte is) maakte de schrik plaats voor ontzag voor de enorme omvang van dit dier.

Later op de avond, bij wisseling van de wacht, was er een tweede ontmoeting waar ik in eerste instantie een beetje van schrok. Al de hele avond zag mijn geestesoog overal imaginaire walvissen opduiken maar ik had mezelf voorgenomen het hoofd koel te houden. In het betrekkelijke donker van de heldere nacht (met een melkweg zo fel dat deze weerspiegelt in het water) waren allerlei witte sporen zichtbaar. Merkwaardig bij deze rustige golslag... Nog een keer goed kijken leverde en slangachtig spoor op dat pijlsnel rond de boot kronkelde. Een meterslange zeeslang? Van de pod Dolfijnen die voor de sporen verantwoordelijk bleken hebben we er niet één waargenomen. Alleen hun sporen die als serpentines rond de boeg kronkelden: wat gaaf!

De ocean blues waar de dag voor mij mee begon was al weggetrokken, maar deze twee ontmoetingen waren een enorme moraalbooster. Nog 280 mijl naar het Kanaal: jammer!

Jip

Mag het íetsje meer zijn?

Zoals Joke al schreef was het motor aan, motor uit vannacht, en hadden we het grootste deel van de dag weer lekker de gang erin.
 
Events van de dag:
- de klok ging vandaag een uur vooruit: we varen van 28 graden westerlengte naar 5 graden oosterlengte; een verschil van grofweg 30 graden en dus twee uur (aarde is 360 graden rond, draait in 24 uur z'n rondje, dus 15 graden/uur). Klopt precies met het tijdverschil tussen de Azoren en Nederland. Op de heenweg hadden Huibert en ik er geen rekening mee gehouden, wat tot een rare tijd van zonsopkomst en -ondergang leidde. We gaan nu in twee stappen in tijd vooruit, waarvan vandaag (overschrijden 15 graden) de eerste.
 
- ietsje meer zeezoogdieren. Op het gevaar af eentonig te worden, maar vandaag hebben we dus alweer de nodige walvissen en dolfijnen gezien. Om half acht begon het met een heel stel dolfijnen vooruit, die ver boven water uitsprongen. Nog terwijl we die aan het bekijken waren, zag Jip een stel potvissen (stuk of drie) aan bakboord. En terwijl we die in de peiling probeerden te houden (staartvin!) werd er een grote blow aan de horizon gezien. Snel werd de koers verlegd in de richting van die blow, en na een minuut of tien hadden we een gigantische vinvis bij de boot (sorry, de Gewone Vinvis). De blaasgaten waren duidelijk te zien, ontzettend brede rug, en het duurde een hele tijd voordat z'n dorsale vin tevoorschijn kwam. Waan-zin-nig!!!
Later, bij het overnemen van de wacht leek het even alsof er zeeslangen voor de boot heen en weer krioelden. Het waren dolfijnen wiens sporen oplichtten door de algen...
Maar de klapper (bijna letterlijk) hadden Joke en Jip tijdens hun wacht. Ik werd wakkergebruld ("Marc, WALVIS") door Jip, die maar net een aanvaring met een gigantische vinvis (Gewone Vinvis) had voorkomen. Hij hoorde de blow van het beest vlakbij de boot en gooide nog net op tijd het roer om. Het beest draaide zich achter de boot om, en bleef een tijdje naast ons zwemmen...
Dùùùhs...
 
Wij zijn een beetje onder de indruk van al dit zeeleven. Het beeld dat de oceaan een lege woestijn is, zoals ik op de heenreis nogal dacht, moet stevig worden bijgesteld. Je ziet de hele voedselketen in het oplichten van de beesten; algen lichten het water op waar we doorheen varen, vervolgens zie je lichtende stippen van fytoplankton dat die algen op eet, dan zijn er een soort tennisballen die dat fytoplankton weer eten, en ergens is er ook een overstap naar vissen; de Gepen die we op de trampoline vonden gaven ook weer dat groenige licht. En dan zijn er al die dolfijnen en walvissen die die vissen weer opeten (maar helaas zelf geen licht geven, dat zou voor de scheepvaartveiligheid wel plezierig zijn).
 
Soms lijkt het alsof er geen einde komt aan deze oceaan (dit was de achtste dag op zee), maar met deze ontmoetingen is het eigenlijk jammer dat we er al weer bijna vanaf zijn; de afstand tot het waypoint in de monding van het Kanaal is nog zo'n 300 mijl, maar al over een dikke honderd mijl komen we op het continentale plat en dan zal het toch wel grotendeels afgelopen zijn met de walvissen (dolfijnen kan nog wel). Voor een potvis die tot 3000 meter kan duiken (maar het meestal tot 500 beperkt) betekent 100 à 200 meter natuurlijk vooral vaak je neus stoten.
 
Groet,
Marc
 
PS: en by the way: wij sturen deze teksten op naar de blog, maar kunnen de reacties niet lezen (heel dun kabeltje naar de sateliet, dus geen internet). Dringende reacties kun je direct mailen naar "glatisant[apestaartje]mailasail.com"

zaterdag 14 augustus 2010

de zee, de luchten ...

Na een nacht van dobber-klotsen, motor aan, motor uit, nu weer met een lekker windje (13  knopen) met een lekker vaartje (6 kn) verder over die prachtige plas water. Alweer, voor de 8e opeenvolgende dag prachtig weer, veel zon, en 360 graden rondom prachtige wolkenpartijen. 's Nachts naast de indrukwekkende sterrenhemels ook van allerlei lichtgevends in het water te zien, naast het kleine lichtgevende spul wat we ook van de Noordzee kennen zien we hier ook lichtgevers ter grootte van een tennisballen onder de boot voorbij schieten. Ra-ra
Vogels zijn er zoals verwacht weinig te zien, verschillende soorten (pijl)stormvogels, een handjevol per dag, af en toe een stormvogeltje, naar die fladderen zo onrustig en blijven zo op afstand dat die lastig op naam te brengen zijn.
 
Door het rustige weer is het kokkerellen prima te doen, zeeen de tijd daarvoor, verbeteren we onze broodbaktechniek en hebben we gisteren genoten van een goeie pizza met zelfontpitte olijven. Verbazingwekkend hoe snel alle verse etenswaar binnen korte tijd onder de schimmel komt te zitten, tot en met gerookt spek aan toe..
Verse vis hebben de mannen nog niet aan de haak weten te slaan, maar het is hier dan ook nogal diep, 4000 meter, misschien zien ze onze haken met overheerlijke gepekoppen over het hoofd...
 
We verslinden nogal wat leesvoer van grote diversiteit (romans, thrillers, non fictie over politiek, beesten, eten enatuurlijk over walvissen en zeevogels) waar we gelukkig voorlopig ook nog niet doorheen zijn.  
Maar u eerst weer aan dek om te kijken of de reuzevissen - zeezoogdieren zich weer willen laten zien vandaag! 
 
Groet!
Joke

walvissen deel van de routine?

In een grijs verleden heb ik wel eens een stuk geschreven over de drukte op het water (zie 'wild zwijn', ergens op de artikelenpagina van het Vega-deel van de site). Kwam erop neer dat ik eerst Friesland ontvluchtte vanwege de drukte op het water, al snel ontdekte dat het op het IJsselmeer en de Wadden niet wezenlijk anders was, en vervolgens ontdekte dat de Noordzee ook helemaal niet leeg meer is.
Voor hen die denken dat je op de oceaan dan toch wel nergens op hoeft te letten: vergeet dat maar. Gisternacht (net na het afronden van de blog) kwam er weer een schip op tegenkoers, dat uiteindelijk op ongeveer een mijl afstand passeerde. Dat is - op oceaanschaal - héél erg dichtbij. Het voelde dan ook niet helemaal prettig dat er geen enkele reactie kwam op herhaalde oproepen op de marifoon.
En vanavond verscheen er - vanuit de zelfde hoek - opnieuw een lichtje aan de horizon. Ditmaal bleek het om een stilligend schip te gaan. Met 4371 meter diepte kunnen we er vanuit gaan dat 'ie niet geankerd lag, maar wat er wel aan de hand was? Geen idee.
 
Een ander idee dat misschien bijstelling behoeft is de vraag of de walvissen zijn uitgestorven. Nou, in elk geval niet hier. Vandaag was het weer een 'tamelijk rustige dag', qua wind en zeegang (voortgang de afgelopen 24 uur: 85 mijl). Om half tien vanmorgen zagen we een walvissenblow, en toen nog één, en toen nog één... Uiteindelijk een groepje van een potvis of 6, dat verspreid opgedoken kwam uit de diepte, vervolgens elkaar opzocht, en toen weer naar dieper water dook. We hebben de boot even stilgelegd om het gebeuren beter te kunnen bekijken. Erg mooi!
 
Verder was het weer een routinedag; rustig varen, brood bakken, eten koken, lezen, oceaan bekijken... Vannacht is de sterrenhemel weer helemaal subliem; 360 graden rondom wolkenvrij. Het rare is dat een heel bekend sterrenbeeld als de Kleine Beer, een beetje wegvalt tegen alle sterren die erachter tevoorschijn blijken te komen. De sterrenkaart die we bij ons hebben helpt dan ook niet echt om wijzer te worden uit alle sterrenbeelden. Nu ja, zoals de voortgang nu is hebben we nog wel een paar nachten om ons erin te verdiepen.
 
Nog dik 400 mijl naar het Kanaal!
 
Groet,
Marc

vrijdag 13 augustus 2010

another day...

Vandaag leek erg op gisteren; routine.
Hoewel, we hadden twee keer een overstag! Eén om 9.30 en één om 19.45 (lekker gespreid over de dag). De wind heeft er zo'n beetje de hele dag over gedaan om van noordwest naar oost naar noordoost te draaien. Nu zijn er schuchtere pogingen om uit het noorden te gaan staan. Zou ons goed uitkomen overigens.
 
De groente en het fruit hebben het nog wat moeilijk met de warme start (23 graden op de 'koele' plekken in de boot). De spitskool (die het op de heenreis zo lang uithield) begon gedeeltelijk weg te lopen, en ook de witte kool zag wat bleekjes (eigenlijk bruintjes). Grote problemen, zoals je ziet.
 
In de kabbel en klots was een ander hoogtepunt het oplopen door een andere zeilboot! Het bleek een Outremer 55 (heele grote catamaran) met aan boord een stel Zweden, onderweg van de Middellandse Zee naar Zweden (waar anders). Ze hadden langs de Portugese kust nogal op hun donder gekregen, en waren zo'n 500 mijl naar het westen uitgeweken. Inmiddels deden de instrumenten het niet meer, en of we een weerbericht hadden. Dat lukte wel. Overigens vond ik dat we ze met onze 30 voet nog vrij aardig bijhielden.
Tenslotte nog een oplopend vrachtschip aan het begin van de nacht.
 
Nog even, en ik begin het hier ook druk te vinden!
 
Nog 500 mijl tot het Kanaal.
 
Groet,
Marc

donderdag 12 augustus 2010

routine op zee

Vandaag was een 'routine-dag op zee', zoals Joke het uitdrukte. Niks spectaculairs qua weer, water of waterbeesten (de Gepen hebben niet tot vangst van Bonito's of ander smakelijk visgebeuren geleid), maar doorvaren in de constante klots, huishoudelijke dingetjes doen, en beetje naar de wolken kijken.
 
De wind was aan het begin van de dag noordelijk 2à3 Bf, maar bewoog zich tussen NNW en NNO, waardoor we nogal met zeilen en koers bezig waren. We gingen er bovendien niet erg hard op (knoop of 3-4). Later op de dag bleef de wind in het NNW staan, en nam wat toe tot 4 Bf, zodat we nu met een knoop of 6-7 halverwind naar de ingang van het Kanaal varen. De dagresultaten liggen tussen de 100 en 130 mijl, wat ik nog steeds als 'weinig' beleef; ik zag op de kaart dat we op de heenweg een dag van 180 er tussen hadden zitten! Niet helemaal de juiste verwachting voor deze reis dus.
De golven wisten het grootste deel van de dag ook niet precies waar ze vandaan kwamen (of eigenlijk, die golven golfden lekker, en wíj snapten er niks van). Er stond nog een dikke deining schuin van achteren, en daaroverheen liep nog wat dat schuin van voren kwam. Effect was een lekkere hobbelklots ('we zitten op een hobbelpaard', volgens Joke).
Het wordt inmiddels ook een beetje kouder dan we tot nu toe gewend waren. Op zich ook niet raar bij noordelijke wind. Bij vertrek kon je de nachtwacht nog in lange broek en t-shirt doen, maar inmiddels heb ik volledig zeilpak en thermisch ondergoed aan. De zeewatertemperatuur is 6 graden gezakt naar 17 graden. De zon deed het wel weer erg goed vandaag; voor het eerst hadden we een strakblauwe hemel rondom, met alleen aan de horizon wat bewolking.
 
De zee-routine bestond uit het controleren van het fruit en de groente (een deel van de bananen moet op, de peren houden het goed, maar de appels vallen wat tegen), handwasje (opfrissen van de thee- en handdoek in de keuken), brood bakken (twee in één keer), koken (rijst met tonijn uit blik, bij gebrek aan vangst; overigens is de tonijn afkomstig van de Azoren en met de handlijn gevangen; tijdens de vakantie hebben we met vissers daar gesproken en de visserij daar is onvoorstelbaar kleinschalig, 75% van de vloot bestaat uit open bootjes kleiner dan 9 meter. Drie man op een bootje met een lange lijn met 48 haken, en dan de hele dag op zee), afwassen (in koud zout water), boekje lezen en horizon in de gaten houden (één vrachtschip).
 
Nog zo'n 600 mijl te gaan naar het Kanaal!
 
Groet,
Marc

woensdag 11 augustus 2010

wat gaat er zoal in de hoofden om?

Afgelopen nacht (van maandag op dinsdag) was aardedonker; door de motregen was niet te zeggen hoeveel zicht we überhaupt hadden, zodat ik de radar er een tijdje bij had staan. Niks te zien natuurlijk. Maar toen Jip de wacht overnam om zes uur (bij het eerste daglicht), bleek er al snel een schip op ramkoers te liggen. Je kunt wel denken dat het hier leeg is, maar verschillende schepen zijn toch al erg dicht in de buurt gekomen!
De bewolking en af en toe (mot)regen die maandagavond om een uur of acht begon, bleef de hele dag doorstaan. Pas tegen de avond brak het in het westen open en kwam er zowaar nog een zonnetje tevoorschijn. De wind draaide in de loop van de dag van het zuidwesten naar het westen en staat op dit moment (nacht van dinsdag op woensdag) in NNW. Naar verwachting blijft dat morgen overdag nog zo.
 
Toen we aan het einde van de middag de gennaker hesen, bleken er twee verstekelingen op de trampolines te liggen; twee vissen die later als 'Geep' werden gedetermineerd. Geen vliegende vissen, maar beesten die kennelijk alleen maar hebben gesprongen. Moet wel raar zijn; duizenden mijlen water, overal spring je omhoog en val je weer in het water, en dan opeens niet meer. Het was hun eerste (en laatste) kennismaking met het fenomeen 'droog'. Nu het donker is blijkt de grootste van de twee op te lichten, net als de algen waar we doorheen varen die onze kielzoggen doen oplichten. Als de bootsnelheid wat minder wordt, gaan we bekijken of met de Gepen er wél vis aan onze haken wil happen.
 
Onhandig van dit weer is dat de stroomvoorziening het zwaar heeft; bewolking betekent weinig rendement van de zonnepanelen, en weinig wind van achteren (voor het grootste deel van de dag) betekent nul opbrengst uit de windgenerator. 'Gelukkig' krijgen we de wind straks op kop, zodat die laatste weer wat gaat leveren.
 
Het is nu nog zo'n 700 mijl naar de ingang van het kanaal. Ik merk dat ik nog teveel de snelheid van de heenweg als referentie gebruikt (dan zou dat in 4.5 dagen gepiept zijn). We zitten nu met veel minder wind, uit een andere richting, en een hoog dat ons dadelijk de weg gaat versperren. Het kost me enige moeite om bij het 'hier en nu' te blijven, zeker met een dag waarop er geen walvissen dartelen, maar grijze wolken en grijze golven het beeld bepalen.
 
Wel blijft de verbazing over de grootse wijdsheid van dit alles hier, en vraag ik me regelmatig af hoe die oude zeevaarders dat toch deden, toen nog niet alles was gekarteerd of slechts gebrekkig. Columbus zag zee-olifanten aan voor zeemeerminnen, dus er zal toen aan boord wel de nodige spanning hebben geheerst over allerlei mythische zeebeesten. Of - dat valt natuurlijk ook niet uit te sluiten - de zeemeerminnen hebben zich sinds die tijd beter leren verstoppen of zijn wellicht uitgestorven.
 
Verder is de stemming aan boord goed. We verbazen ons (zelfs hier!!!) over de hoeveelheid troep die we voorbij zien drijven. Het strookje water dat we rond de boot zien is grofweg tweehonderd meter breed, dus we zien maar een héél klein stukje van al dat water hier. Bovendien blijft in dat strookje veel verborgen achter kleine en grote golven. Desondanks zien we een plastic emmer, een restant van vistuig, een dekzeil, een fles, een beker, nog een emmer, een vierkant stuk blauw plastic, en nog meer vistuig... Tijdens de Driehoek Noordzee vorig jaar werd gevraagd om drijvend afval te rapporteren, maar toen hebben we niet zoveel gezien als nu. Redelijk absurd als je het mij vraagt. Het boekje over walvissen dat Joke meebracht, heeft het over blikjes die in de magen van potvissen werden aangetroffen. De schrijver gebruikt het om aan te tonen dat potvissen ook op de bodem jagen, maar ik zie het vooral als bewijs dat we onze troep werkelijk overal laten slingeren. Hoewel, ook dat valt niet uit te sluiten, wellicht ging het om gevulde blikjes tonijn; een potvis kan natuurlijk geen blikopener hanteren.
 
Nu ja, zo verbazen wij ons over het een en ander.
 
Groet,
Marc

dinsdag 10 augustus 2010

Meer wind

Vandaag hadden we meer wind (3 tot 5Bf), en ging het dus harder. Het grootste deel van de dag hebben we onder een strakblauwe hemel met donkerblauwe golven met daarover de schittering van de zon gevaren. De walvissen hebben zich allemaal achter de golven verstopt; vanmorgen hadden we alleen een stel dolfijnen in de buurt. Tegen een uur of negen vanavond kwamen er wolken opzetten vanuit het noordwesten, en is het begonnen te regenen. Inmiddels varen we in het pikkedonker in de motregen. Geen sterren helaas.
De wind heeft in de loop van de dag ook de golven doen opbouwen, zodat het leven aan boord weer meer schommelend gaat. Op zich loopt de boot wel mooi door de golven heen (het zijn nog niet de joekels van op de heenreis, maar dat kan ook niet met deze wind).
Zoals het er nu naar uitziet is dit feest niet van lange duur. De wind neemt al weer wat af, en gaat in de komende dagen draaien naar het noordoosten (waar wij dus heen moeten). Helaas. \
 
Groet,
Marc
 

maandag 9 augustus 2010

Whale watching's paradise

Vandaag stond in het teken van het walvissen kijken. Over de dagafstand (grofweg zo'n 100 mijl) zullen we het maar niet hebben. Er was te weinig wind, blakte, en een groot deel van de dag heeft de motor gebromd.
 
Maar, elk nadeel had z'n voordeel; door de vrijwel vlakke zee was elke walvis in de omgeving goed te zien. En daar waren er dus een he-le-boel van! Het begon met een paar grienden die we in de verte spotten en die even later naast ons opdoken om poolshoogte te nemen. Daarna was er aan de horizon het wilde geplons te zien van grote walvissen die hun gigantische lijven uit het water verhieven en terug lieten plonzen (à la Zuidkaper, maar die zitten hier niet). Vervolgens nog her en der verschillende groepjes die we niet goed konden thuisbrengen, twee potvissen met een 'blow' volgens het boekje (schuin naar voren) die bij het duiken spectaculair hun staarten lieten zien, en tenslotte een groepje van vier walvissen dat van achter recht op ons af kwam (maar helaas voor we ze goed konden zien al weer onderdook). In totaal een kleine twintig walvissen, van tenminste drie soorten!!!
We werden er nogal onrustig van; steeds gingen de blikken over de horizon op zoek naar nieuw 'groot wild'.
 
Op het visfront hebben we wat bonito's onder de boot gehad (kleine tonijnen/grote makrelen) waarvan er zowaar één in een haak beet. Helaas wist 'ie zich los te werken voordat we hem aan dek konden halen. Toch maar lasagna gegeten...
 
Bij het overnemen van de wacht van Jip zonet, leek het wat meer te waaien zodat de gennaker er weer op kon. Kwam goed uit, want de motor had net z'n tank leeggeslobberd en sloeg af. Toen ik vervolgens weerkaartjes binnenhaalde en bekeek, zag ik nog meer wind die ook prompt aan dek stond. Snel de gennaker er weer af, motor getankt om even in de wind te kunnen komen, en grootzeil gehesen. De hele dag doe je niets met het zeil, en dan ineens alle actie in het holst van de nacht (gelukkig met z'n tweeën). Nu varen we met een knoop of 15 wind uit het zuidwesten en koersen recht op het Kanaal af. Eindelijk weer eens een snelheid van zes knopen op de teller! Zoals het er nu naar uitziet gaat dat echter niet zo erg lang duren, want er gaat zich een nieuw hogedrukgebied vormen ten westen van de Britse eilanden waardoor we weinig wind kunnen verwachten die ook nog eens tegen staat... Nu ja, we zien wel.
 
Groet,
Marc

zaterdag 7 augustus 2010

Azoren uit zicht

Het is nu twee uur 's ochtends, en onder een deels bewolkte, deels sterrenhemel varen we met een knoop of vijf naar het noorden. Op dit moment klettert er een bui over ons heen. We konden nog heel lang het licht van de vuurtoren van Graciosa tegen de wolken zien, maar dat is inmiddels echt verdwenen. We hebben de Azoren nu dus echt verlaten.
Verlaten is ook de zee; de hele dag hebben we maar één schip gezien. Nog wel veel vogels, maar dat zal gaan afnemen naarmate we verder op open zee komen.
 
Zo met z'n drieën is het even uitpuzzelen wat voor wachtsysteem we gaan gebruiken. Met twee was het simpel; als de één slaapt is de ander wakker, en andersom. Maar met drie hebben we de neiging om met teveel op te blijven, waardoor de slaap in het gedrang komt. Nu ja, we zijn van plan om in één keer door te varen naar IJmuiden, dus tegen die tijd zullen we dat wel hebben uitgevlast.
 
De smeerreep van het derde rif deed vanmiddag nog even z'n best om opnieuw een rotorblad te vangen, dus daar zit nu een elastiek omheen. Raar dat we daar op de heenweg helemaal geen last van hadden, terwijl we toen vrijwel de zelfde koers voeren.
 
Tot zover,
Groet,
Marc
 
PS: bijzondere dag vandaag: mijn vader is jarig!

vrijdag 6 augustus 2010

(weer) weg!

Gisteren vertrokken we om 17.30 (plaatselijke tijd, dus 19.30 NL tijd). Er stond een flinke klots tussen Pico en Faial; waarschijnlijk door de golven die links en rechts om Pico heen krulden. Verder was de wind nu weer vrij weinig, om vervolgens tot zo'n 6Bf aan te trekken. Die eilanden doen rare dingen met de wind.
In vergelijking tot alle zeiltochten die we de afgelopen weken hadden gemaakt, woei het stevig en ik was blij dat we nu niet drie kinderen aan boord hadden; die waren al snel in kleine braakjes veranderd waarschijnlijk.
Nadat we voorbij São Jorge waren, begon de wind weer zo te worden als verwacht; ongeveer 4Bf uit oost-zuidoost (OZO). Alles liep dus lekkertjes.
Opeens echter zag ik dat de windgenerator onregelmatig draaide; er bleek een stuk van een rotorblad afgebroken. Waarschijnlijk een smeerreep geraakt. We hebben even overwogen of dat op zee te repareren zou zijn (een set met reservebladen lag al aan boord) maar zijn toch weer omgekeerd en teruggevaren naar Horta.
Daar lieten we om 02.30 het anker vallen en zijn gaan slapen.
 
Vanmorgen om acht uur lagen we voor de kade bij het havenkantoor, en konden er een laddertje lenen om bij de windgenerator te komen. Om negen uur was alles weer gefixed, en met nieuwe benzine aan boord, verlieten we om half tien de haven weer.
Elk nadeel heb ze voordeel, en zo kon ik nog even bellen met Erna om te horen dat ze gisteravond goed waren aangekomen in Nederland.
 
Inmiddels hebben we precies hetzelfde weerbeeld voorbij zien trekken als gisteravond; weinig wind, veel wind, en daarna de verwachte wind. Het schiet weer lekker op, en op dit moment (half drie) zijn we weer bijna net zover als gisteravond. In de verte zagen we net zeezoogdieren die te groot waren voor dolfijnen, maar waar we niet konden opmaken welke walvissen het dan waren (ze hebben hier nogal wat soorten). Misschien later nog eens.
 
Groet,
Marc

donderdag 5 augustus 2010

crew change

Deze week zijn Joke en Jip aangekomen, de 'crew' voor de terugreis. Gisteren zouden Erna en de kinderen ook terugvliegen, maar door een vertraging mochten ze nog een nacht langer blijven, en kregen we het cadeautje van een gezellige avond tezamen. Vandaag vliegen ze als het goed is echt.
De afgelopen weken waren zeer fijn vakantievieren tussen de eilanden (zie hieronder). En nu besef ik me opeens dat ik nog maar één zeiltocht verwijderd ben van het einde van dit avontuur. Oeps...
 
Nu ja, eerst moeten we er komen. Er ligt nu nog een hogedrukgebied pal ten noorden van de Azoren, waardoor er daar nogal windstilte heerst. Maar als het goed is, schuift dat in de loop van de komende dagen een klein beetje naar het oosten, waardoor wij over de westflank ervan met ruime wind naar het noorden kunnen varen, en na een paar dagen geleidelijk de bocht naar het oosten kunnen maken (nog steeds met de wind in de rug). Het ziet er niet uit als de rechte streep die we op de heenweg konden volgen, maar de vooruitzichten zijn weer zeer gunstig.
 
Zoals het er nu naar uitziet, vertrekken we vandaag of morgen.
 
Groet,
Marc

zaterdag 24 juli 2010

Vakantie vieren

De afgelopen weken hebben we walvissen gekeken op Pico, vulkanen bezocht op Terceira en São Miguel, dolfijnen rond de boot gehad, gebarbequed op het strand, kortom, volop vakantie gevierd. Voor de kinderen zijn er elke dag weer nieuwe ervaringen en dat lijken ze helemaal niet erg te vinden. De eilanden zijn mooi, allemaal verschillend en de mensen zijn erg aardig. Eigenlijk is het raar dat de meeste zeilers alleen Horta (en mogelijk nog Terceira) aandoen, en de Azoren vooral als tussenstop tussen de Caraïben en Europa zien. De havens schijnen vooral in juni drukbevolkt te zijn met buitenlandse boten, en de rest van het jaar grotendeels leeg te zijn.
 
Op dit moment varen we in het Canal do São Jorge, op weg naar Velas (op São Jorge). We zijn donderdagmiddag (22 juli) vertrokken van São Miguel en hebben nogal wat gemotord vanwege het lichte weer. Inmiddels is de benzine vrijwel op, dus we mogen op 4 knopen wind proberen vooruit te komen onder gennaker. Aan de ene kant jammer dat het niet sneller gaat, aan de andere kant is het ook wel weer mooi om over een gladde zee voort te glijden met links en rechts de lichtjes van Pico en São Jorge, in het licht van de (bijna) volle maan. Voor de kinderen was het weer een nieuwe ervaring om voor de tweede nacht varend naar bed te gaan.
 
Na São Jorge staat Graciosa nog op het programma, en dan gaan we weer terug naar Faial (Horta), waar Erna en de kinderen begin augustus het vliegtuig gaan pakken, en Joke en Jip aan boord komen voor de terugreis. Tegen die tijd zal ik ook weer vaker gaan bloggen.
 
Groet,
Marc

donderdag 8 juli 2010

Tja, hoe zal ik de titel nou eens noemen

Hallotjes,
hier schrijft Roosmarijn de voetbalster.
Vandaag zijn we van Faial naar Lajes do Pico gevaren. Aan het begin moest ik wel een beetje aan de golven wennen. Toen was het wel een beetje spannend want het was de eerste keer om hier te varen. Doordat de golven zo lekker deinen was iedereen wel in de tocht in slaapgevallen behalve papa. Anders was het wel onhandig geweest zeg!!! Daarna waren de golven leuker omdat ik er aan gewend was. Toen we aankwamen gingen Imre en Janyk meteen roeien. Later kwam ik ook. Je kan hier echt onder veel bruggetjes door en het is erg lollig. Maar onder het roeien ging het netje wel kudunk dus kapot. Janyk heeft toen zelf alles weer vast genaaid. Dat was erg aardig. 
Dit eiland heet Pico omdat er een soort heuvel is met daar boven op een berg met een piek. De ene keer zit hij in de wolken  de andere keer niet. Dat is grappig om te zien.
 
Roosmarijn 

dinsdag 6 juli 2010

ongeduld

Zondag 27 juni vertrok Huibert weer naar Nederland. Het was bijzonder om zo'n tocht te maken met iemand die je van een paar mailtjes, een telefoontje en een afspraak in een eetcafé in Amsterdam kent. En toch ging het heel bijzonder goed. We hebben veel lol gehad, geen aanvaringen, en na drie weken was - wat mij betreft - de 'houdbaarheidsdatum nog niet verstreken'. Heel bijzonder.

Nu ja, jammer dus dat 'ie weg was, en na twee dagen klussen begon ik me stierlijk te vervelen. Rennen kan dan een uitweg zijn, maar dat daar zijn toch grenzen aan, qua duur.



Dus op woensdag 30 juni vertrok ik richting Graciosa (noordelijkste eiland in de centrale groep). Eerst was Flores (meest westelijke eiland) nog even in beeld geweest, maar met de windverwachting betekende dat eerst tegen de wind in ernaartoe, en dan zo snel mogelijk omdraaien om niet weer tegenwind te hebben. En om daar nu 120 mijl voor te gaan varen... Graciosa dus. We vertrokken wat later door wachten op de benzinepompbediende (uiteindelijk maar laten zitten) en iemand die z'n boot naast de mijne had vastgemaakt, waardoor ik een puzzeltje 'bootverleggen' kon oplossen.

Toen we 'buiten' waren, werd ik helemaal blij van weer zeilen. Hoe simpel kan het leven zijn, gewoon stukje doek omhoog, beetje wind, zonnetje... Zaalig! Wel begon de wind een beetje in te zakken, zodat Graciosa waarschijnlijk in het (diepe) donker zou worden aangelopen. Gelukkig kunnen plannen veranderen, dus werd de koers verlegd naar Velas Marina op São Jorge (de Portugezen blijken dit heel anders uit te spreken dan ik dacht; sèn chjorchje, bijna op z'n Engels, alleen niet zo duidelijk 'saint').

Nu ja, de haven was vol, dus ik heb de boot maar aan de loodsboot vastgeknoopt (en het plan laten varen om 's morgens nog te gaan rennen). Een vriendelijke Texaan met zwaar accent kwam helpen, en vertelde dat hij en z'n vrouw het eiland liftend hadden rondgereden. Bijzonder vriendelijke mensen vond 'ie het. Hij vertelde ook dat ze in de buurt van de olieramp in de Golf van Mexico waren geweest toen daar de boel ontplofte. De knal was tamelijk eng geweest.



Donderdags ben ik heel vroeg weer weggegaan. Maar net niet vroeg genoeg om de autoriteiten te ontlopen. Ik was bezig om los te knopen toen er een agent van de GNR voorbij kwam om de aangekomen jachten te noteren. Gelukkig vond 'ie het goed dat ik wegging zonder papierwinkel.

En bij het uitvaren van de haven kwam ik potvissen tegen! De tweede ontmoeting met walvissen! Later sprak ik een Nederlands stel dat vanaf 2006 onderweg is, maar nog nooit walvissen heeft gezien; het is oneerlijk verdeeld in de wereld.

De dertig mijl naar Graciosa verliepen voorspoedig, al merkte ik al op zo'n kort stukje dat je toch wel moederziel alleen bent op de oceaan. Dus netjes zwemvest aan en aangelijnd over de boot.

Bij Graciosa kreeg ik gigantische windstoten te verduren die van de helling af kwamen rollen. Daarbij leek het dat het op het wateroppervlak nog harder aankwam dan bovenin de mast; de windmeter kwam niet verder dan 23 knopen terwijl ik bijna van dek werd geblazen. Nu ja, het houdt je bezig.



Na een paar dagen op Graciosa (seen it all, done it all) en plezierig gezelschap van twee Nederlandse jachten ben ik inmiddels weer op Horta.



Morgen komen Erna en de kinderen, en daar heb ik heel erg veel zin in.



Groet,

Marc

dinsdag 22 juni 2010

Horta

Na een nachtje doorhalen, liggen we nu voor anker in de haven van Horta.
 
Even slapen!
 
Groet,
Marc

maandag 21 juni 2010

tussen Pico en São Jorge

(spreek uit: sao gorge)
 
Na een nacht die werd gedomineerd door São Miguel (zichtbaar vanaf een uur of 8 gisteravond tot een uur of 12 vandaag) was het een enigszins grijze dag. Bewolking, motregen, weinig zicht. Gelukkig zijn er dan een paar zaken die je dag nog kleur geven: een winddraaing van 100 graden, waardoor we overstag moesten maar op dezelfde koers verder voeren, Portugese Oorlogsschepen (soort kwallen met een zeiltje) waarvoor we een paar keer zijn gaan bijliggen om ze beter op de foto te kunnen zetten, en dolfijnen die in een kringetje rondzwemmen, kennelijk op jacht naar vis.
Vanavond bij het eten (uiensoep vooraf, en de al aangekondigde lasagna) constateerden we dat het leven bijzonder simpel kan zijn. Beetje varen, beetje naar beestjes kijken, en beetje lekkere dingen eten.
 
We lopen Faial nog tijdens donker aan, zoals het er nu naar uitziet.
 
Groet,
Marc

zondag 20 juni 2010

opnieuw inslingeren...

We zijn weer onderweg, en dan blijken vier dagen op Santa Maria genoeg om de zeebenen weer kwijt te zijn... Jaammer alweer. Dus vooral lekker in de frisse lucht zitten!
 
En da's helemaal niet erg; windje 3 op de kop, zonnetje, rustig zeetje.
Onze koers voert ons langs São Miguel, het grootste eiland van de groep. Of eigenlijk: tegenaan. De wind komt iets teveel uit het westen om het eiland vrij te kunnen zeilen. Op een afstand van 35 mijl zien we het al duidelijk liggen. Huibert vroeg net of we 'tussen de twee eilanden door gingen'. Nou, nee, op deze koers varen we er recht tegenaan. De verwarring werd verklaard doordat aan de linker en rechterkant van het eiland de bergen zo'n 500 meter hoger zijn dan in het midden; het grootste deel van het eiland zit dus nog eigenlijk achter de horizon!
 
Uiteindelijk willen we via het Canal de São Jorge, tussen São Jorge en Pico doorvaren, om dan linksaf te slaan naar Faial. De toeristische route zeg maar, met voldoende te zien tussendoor. Vanavond hadden we ook alweer dolfijnen voor de boeg. Ben benieuwd of we nog walvissen gaan zien.
 
Oh ja, qua eten was het aardappelen met een ratatouille van courgette, paprika en ui (alles uit Frankrijk, dus zo'n twee weken goed gebleven onderin de boot) met gehakt uit blik. Morgen doen we een lasagna van de witte kool die nog uit Nederland komt (dus dik drie weken OK). Als het zo doorgaat eten we elke dag 'verse waar' en blijven de blikken voor het grootste deel gesloten.
 
Groet,
Marc

of we go again!

Vandaag gaan we verder naar Faial. Voor het eerst sinds tijden weer eens echt aan de wind en kruisen! Waarschijnlijk zijn we er tegen dinsdagavond.
 
Later meer.
 
Groet,
Marc

woensdag 16 juni 2010

we zijn er!

Zojuist, om 18.45 legden we aan in Vila do Porto op Santa Maria, na alweer een mooie dag zeilen (en natuurlijk voor de wind afkruisen). We hebben nog even een kijkje genomen bij de Formigas, een paar rotspunten tussen Santa Maria en São Miguel. Daar vooral heel veel vogels.
Bij het aanlopen van Santa Maria werden we verwelkomd (althans, dat maakte ik d'r maar van) door een kudde dolfijnen rond de boeg. Oh ja, we hebben net ook nog een schildpad laten kopje duikelen door ertegen aan te varen (nee, niet expres).
 
En nu: biertje! (en misschien een douche)
 
Groet,
Marc

dinsdag 15 juni 2010

ritme van de golven

Weer zo'n dag vandaag dat je je afvraagt: 'wat is er ook alweer gebeurd?'
Eigenlijk zijn het niet de dagen die zich aaneen rijgen, maar de wachten. 4 uur op, 4 uur af, je raakt in een raar ritme waarbij echt het logboek nodig is om te bedenken wat wanneer, en welke dag überhaupt.
De golven zijn nu weer wat groter, nadat de wind weer een tijdje met 5Bf heeft doorgestaan. Aan het begin van de dag leek het inderdaad het verwachtte gennaker-weer, maar toen het ding aan dek lag stond er weer meer wind. En om nu gekke grappen uit te gaan halen met 80m2 midden op de oceaan...
De stuurautomaat begon vandaag wel heel erg te knerpen, zodat we de reserve motorunit hebben gemonteerd. Verder was het rif uit-rif in, en een paar keer gijpen (voor de wind afkruisen).
 
De hele dag hebben we geen schip gezien, en ook aan het dierenfront is de oogst mager. Het vogelspotten begint inmiddels wel serieuzere vormen aan te nemen. Vandaag konden we als nieuwe soorten noteren: Kuhls Pijlstormvogel (mooi, rank en sierlijk), Bulwers stormvogel (idem, maar dan bijna zwart), en Wilsons stormvogeltje (soort zeezwaluw). Je ziet, men doet hier nogal aan stormvogels. Appelvinken zou ook wel bijzonder vreemd zijn in deze omgeving natuurlijk.
 
De afstand tot ons waypoint op Santa Maria is nu 128 mijl, zodat we verwachten om morgen tegen de avond binnen te lopen (woensdagavond). Dat is dan dus een bijzonder snelle overtocht, maar ja, wat wil je bij constant ruime wind, met minstens 3-4 Bf en vaak meer.
 
Qua eten is de koelkast inmiddels leeg, en aten we vandaag de kliekjes van eerdere dagen...
 
Tot zover,
Groet,
Marc
 
 
PS: voor het versturen van dit bericht zijn we afhankelijk van een kwetsbaar electronisch apparaat. Een tijd geen bericht betekent niet direct paniek!

maandag 14 juni 2010

ingeslingerd, maar nu echt

Vandaag hadden we een 'gebeurtenis': we zijn gegijpt! Na 5 etmalen ruime wind over bakboord, liggen we nu alweer drie uur over stuurboord. En voor je nu meewarig kijkt; dat is een wezenlijke verandering aan boord. Huibert stootte bijvoorbeeld z'n hoofd tegen de giek, die daar helemaal niet hoorde te hangen! Nu ja, de jachtigheid van Nederland hebben we dus wel een beetje achter ons gelaten.
"Op deze koers hebben we meer de zon in de kuip 's avonds, da's wel luxe!", zegt Huibert net.
 
Vannacht was de eerste heldere sterrennacht. Er is nu geen maan 's nachts, en het was de eerste nacht zonder veel wolken. Bijzonder prachtig. De zee werd erdoor verlicht; een aangenaam contrast met de nachten ervoor toen het werkelijk aardedonker was en ons toplicht de wereld om ons heen tot een meter of 200 verkleinde. Als extraatje vanmorgen kregen we Jupiter te zien, die op dit moment waarneembaar is aan de vroege oostelijke ochtendhemel (dat u het even weet!). Voor ons is die ochtendhemel overigens niet heel erg vroeg, aangezien we nog steeds de NL zomertijd als boordtijd gebruiken, maar inmiddels wel 20 graden zijn opgeschoven. In praktijk betekent dat dat we drie uur achterlopen op de plaatselijke zonnetijd (dat is dat om 12 uur de zon op z'n hoogst staat). Dus als ik om 24.00 op wacht kom, duurt het nog een paar uur voor het écht donker is. 
 
Qua ontmoetingen hebben we het afgelopen etmaal geen schip gezien. Wel drie walvissen die zich verraadden aan hun uitblaaswolkjes. Grappig; nog nooit zoiets gezien, maar het is onmiskenbaar hetzelfde als alle plaatjes en tekeningen in je jeugd je hebben geleerd. Na enige tijd lieten ze ook hun kolossale lijven zien (althans, het bovenste deel ervan). Verder heeft Huibert met succes de gekke 'rotte sinaasappelen' of 'aangegroeide tennisballen' aan boord gehesen. Het blijkt een soort clustertje van zeeanemonen te zijn. Waar ze van leven is me een raadsel; het water is hier zo schoon en helder dat het de blauwe kleur van spiritus heeft (temperatuur is wel met 3 graden toegenomen sinds Brest, tot 15 graden). Daar kan dus niet veel voedsel inzitten (gelukkig voegen wij nog wat toe). Qua beesten zijn we nu nog op zoek naar schildpadden en Portugese oorlogsschepen (grote kwallen). Zelf zou ik ook nog wel een vliegende vis willen zien (tot nu toe alleen door Huibert gespot).
 
De wind houdt zich aan de verwachting, en is aan het afnemen (maar nog niet zover dat we een gennaker gaan hijsen). Op dit moment is de te varen afstand nog 260 mijl. Met de daggemiddelden van afgelopen tijd zou dat 1,5
dag varen zijn, maar de inzakkende wind maakt dat wat onzekerder. Waarschijnlijk wordt het donderdag.
 
Qua eten werden we enigszins bepaald door de accucapaciteit. Het bewolkte weer - minder stroom uit de zonnecellen - in samenhang met de ruime koers - minder stroom uit de windgenerator - en daarbij Marc die de radar een nacht vrolijk liet doorbrullen (wel onder z'n kap zodat het niet werd opgemerkt) betekenen een bijzonder lage accuspanning. De minder belangrijke functies werden dus uitgeschakeld, en de koelkast was er daar één van. Vanavond aten we daarom een lasagna met spek (en spitskool uit NL) met een salade van komkommer en tomaat en heeel veel fèta. Wij klagen niet.
 
En dan, qua ingeslingerd; we zijn nu zo lang op zee, en er is zoveel veranderd t.o.v. de Noordzee dat we eindelijk het gevoel hebben 'echt los' te zijn. Dit mag nog wel een tijdje doorgaan!
 
Tot slot was ook vandaag de stemming weer zeer goed (best bijzonder na een beetje mailcontact en één weekendje proefzeilen).
 
Groet,
Marc
 
 
 
PS: voor het versturen van dit bericht zijn we afhankelijk van een kwetsbaar electronisch apparaat. Een tijd geen bericht betekent niet direct paniek!
 
 

zondag 13 juni 2010

Alweer een dag

En dat was alweer de vijfde dag op zee. Vannacht zag ik dat we op de helft waren; 570 mijl de ene kant op, 570 mijl de andere kant hemels breed gezien. totaal gelogde mijlen 825, in 104 uur! 
Verder eigenlijk weinig bijzonderheden. Misschien is dat nog wel het bijzonderst; we varen al de hele tijd ruime wind over bakboord. Soms ietsje scherper, soms ietsje ruimer. Alleen de windsterkte varieert soms wat, zodat er een rifje uit of bij kan.
Qua ontmoetingen zitten we vandaag op drie schepen, 8 dolfijnen gedurende een kwartier rond de boegen, en een vliegende vis. Oh ja, een vogeltje dat zeker een stormvogeltje is, maar waarvan we er nog niet uit zijn of het een Wilsons-, Vaal-, of Madeirastormvogeltje is.
Qua eten vandaag een lichte dip; de couscous en begeleidende saus was OK, maar de interpretatie van de 'kipschnitzel' door Lupak is niet om over naar huis te schrijven (laat staan over te bloggen).
Stemming verder prima.
 
Tot zover,
Groet,
Marc
 
PS: voor het versturen van dit bericht zijn we afhankelijk van een kwetsbaar electronisch apparaat. Een tijd geen bericht betekent niet direct paniek!

zaterdag 12 juni 2010

... en aan de hemel was kreukel nog plooi

Dat eten werd geroosterde zalm incombinatie met rijst en een groentemix van courgettes, paprika, ui en (de laatste verse) champigons. Aan het eten zal het in ieder geval niet liggen.Vanavond hadden we artisjokken!

 

Vanmiddag hebben we besloten dat onze haven van aankomst 'Vila do Porto' gaat zijn, op Santa Maria. Het meest oostelijke eiland van de groep, het minst bezocht door zeilers, maar wel de springplank van Columbus' reizen! Zoals het er nu naar uitziet (voor zover we dat nu natuurlijk kunnen overzien) zouden we nog voor volgend weekend aan kunnen komen. Huibert vliegt pas op de 27e terug, dus we hebben de tijd om niet direct naar Faial te varen.

 

Vandaag hadden we de rustigste dag tot nu toe (5Bf) en ook de meeste zon. En opletten blijft het devies; vandaag hadden we een bulkcarrier dichtbij (dit keer konden we z'n naam niet lezen, en reageerde hij wel op oproepen. Maar om ons op de radar te zien zou 'ie echt aan knoppen moeten gaan draaien). En vannacht stond ik bij de computer, en had de radar bij staan; op 11 mijl passeerde een schip.

 

Qua zeeleven konden we weer een dolfijn scoren (op afstand) en zag Huibert opeens een 'stoomwolk' niet ver achter de boot; walvisachtige ademde uit. Geen idee van soort.

 

Verder is de stemming opperbest en hebben we het prima naar onze zin.

 

Groet,

Marc

vrijdag 11 juni 2010

zij zeilden lekkertjes...

We zijn nu dik twee etmalen onderweg, en het gaat echt supergoed. Qua positie zitten we iets ten NW van Kaap Finisterre (NW Spanje). De wind is wat afgenomen tot 5-6 Bf en we varen onder fok en 3x gereefd grootzeil, ongeveer tussen halve en ruime wind.
 
De zee is wat kalmer dan we tot nu toe hadden. Nadat we het continentaal plat echt afwaren begonnen de golven langer te worden, maar stond er nog steeds een kortere overheen die ons goed deed klotsen. De wasmachine van helemaal aan het begin met John en Paul stond weer volop te draaien! Van die tocht hebben we wel geleerd dat de schotjes continue in de deuren blijven (met lijntjes eraan!) zodat het nu niet zo'n natte kliederbende is. Bovendien hebben we de wind nu ruim; dat scheelt ook een jas. Overigens betekent dat niet dat het nu niet meer heen en weer gaat! Af en toe maakt de boot fikse schuivers, en van mijn opscheppen dat 'alles hier altijd blijft staan' is echt niets meer over. Alles valt namelijk vroeg of laat allemaal om, zodat 'zeevast zetten' weer een begrip is geworden. De snelheden die we in de surf halen hebben alle records tot nog toe (14.3) verpletterd. Keertje 15, keertje 16 en uiteindelijk hebben we in een lange surf 17.1 knoop gehaald! Overigens was het toen wel hoog tijd nog meer zeil te minderen. Tot een knoop of 14 gaat het helemaal OK, maar daarboven krijgt de boot het toch wel flink te verduren.
 
Qua ontmoetingen hebben we inmiddels de eerste groep dolfijnen rond de boot gehad. Eventjes schoten ze heen en weer voor en onder de boot, en toen besloten ze weer weg te gaan. Verder hebben we twee grote zeeboten gezien; een bulkcarrier die ons langzaam inhaalde, en een containerschip dat ons tegemoet voer. Die laatste kwam zo dichtbij dat we naam konden lezen, wat wel handig was bij het oproepen op de marifoon ("I think this is pretty close!"). Tenslotte nog een zeilschp dat de andere kant op voer. Aan de wind hier tegenin kan dus ook.
Kortom, de zee is dan wel woest, maar geenszins ledig.
 
Qua weerbeeld hebben we het goed getroffen. In de weken voor vertrek lag er een lagedrukgebied boven het Iberisch schiereiland en een hoog op de oceaan. Daartussen lag een langgerekt gebied waarin de wind van NO naar ZW woei; precies van de ingang van het Kanaal naar de Azoren. Begin mei was dat systeem weg, en ik maakte me al op voor allerlei depressies waar we ons doorheen zouden moeten boksen. Inmiddels is de situatie weer hersteld; laag boven Spanje/Golf van Biskaje en een hoog boven de Azoren. En dat lijkt zich zo te houden tot  we er zijn. Helemaal OK dus.
 
De stemming is dus goed, de voortgang idem, nu alleen nog bedenken wat we vanavond gaan eten...
 
Groet,
Marc
 
PS: voor het versturen van dit bericht zijn we afhankelijk van een kwetsbaar electronisch apparaat. Een tijd geen bericht betekent niet direct paniek!

donderdag 10 juni 2010

ingeslingerd

Zojuist hebben we een pasta carbonara achter de kiezen; macaroni met spek, room, champignons en courgette. Blijft weer lekker dus!
 
Gedurende de nacht ging het harder waaien, en hebben we steeds meer reven gezet. Nu varen we op alleen de fok (ongereefd, dat dan weer wel). De wind komt uit het noord-noordoosten, 6à7 Bf. We zijn vanaf een uur of acht vanmorgen van het continentaal plat af aan het varen, en inmiddels moet je een minuut of twintig rennen (bij 12km/uur) om de bodem te bereiken. Best diep dus. De golven worden al langer en langer. Het lijkt wel oceaan!
 
Huibert heeft de eerste dolfijnachtigen voorbij zien zwemmen; ze waren 'onderweg' en haalden ons vlot in. Kennelijk geen zin of tijd om even rond de boegen te dartelen. Inmiddels zijn we ook aan een wachtensysteem begonnen (grofweg 4 uur op / 4 uur af).
 
Kortom, alles gaat z'n gangetje. De windverwachting is dat we dit zo houden tot in de loop van vrijdag, en dat 'ie dan wat af gaat nemen.
 
Tot zover,
Groet, Marc
 
PS: voor het versturen van dit bericht zijn we afhankelijk van een kwetsbaar electronisch apparaat. Een tijd geen bericht betekent niet direct paniek!

woensdag 9 juni 2010

Eerste middag

Vanmiddag om 12 uur maakten we los. We wilden al wat eerder weggaan, maar een vriendelijke Duitser stond erop dat we eerst zouden wachten totdat hij een weerfax uit Hamburg had ontvangen. Die gaf geen ander beeld dan we al hadden vanaf zondag (vertrekken met weinig wind, dan een tijdje hardere wind op de kont, en daarna met een ruimewindse koers richting Azoren). 
Tot een uur of drie was er inderdaad nauwelijks wind, en hebben we gemotord om enige voortgang te hebben. We willen snel westelijk komen, omdat hier onder de kust de wind straks het ongunstigste is. Vanaf drie uur echter maken we goede voortgang onder fok en grootzeil. Nu is het rustig weer, met een lange oceaandeining uit het westen en wat kortere golfjes uit het noordoosten daarover heen. Bakstagwindje 3-4; prima.
Vanavond hebben we culinair uitgepakt met lamscoteletten en mango na.
 
Tot zover.
Groet,
Marc
 
PS: voor het versturen van dit bericht zijn we afhankelijk van een kwetsbaar electronisch apparaat. Een tijd geen bericht betekent niet direct paniek!

Weg!

Gisteren inderdaad rondgetoerd en de laatste boodschappen gedaan. Bij het meest westelijke landpuntje hebben we een tijdje naar het zuidwesten gestaard; ons uitzicht voor de komende dagen. En 's avonds kreeg ook Huibert de ervaring van 'Crab Marteau' achter de kiezen.

Nu is de boot vol, zijn de tanks opgetopt, en is er geen reden voor langer dralen.

Tot later op het water!

Groet,
Marc

maandag 7 juni 2010

Vooruit kijken

Zaterdagochtend vroeg vertrok John naar Gent, en 's avonds kon ik Huibert ophalen van het station. In de tussentijd had ik nog wat klussen gedaan, door Brest gelopen, en heel veel babbels met Fransen gehad. Het voelde helemaal vakantie.
Gisteren en vandaag hebben we verder geklust; de voorbeam opnieuw volgeschuimd om de lekkage in de bb boeg te verhelpen, nieuwe smeerrepen ingeschoren (voor het zetten van de reven), en het zee-anker echt gebruiksklaar gemaakt. Je blijft altijd bezig! Inmiddels is alles klaar en zijn we helemaal voorbereid.
 
Het verhaal van Paul is een mooie afsluiting van de eerste stap. Het is raar om te merken dat het maken van een dergelijke tocht niet alleen een stoer avontuur is, maar je ook aan het denken zet over het hoe en waarom in het leven.
 
Nu kijken we weer vooruit. De weerkaarten en gribfiles laten zien dat we woensdag de grote sprong gaan maken richting Azoren. We starten dan met weinig wind in de kern van een lagedrukgebied, krijgen na een dag stevige wind op de kont, en mogen daarna de gennaker hijsen voor een ruimewinds rak. Althans, dat is wat we nu voor de komende vijf dagen kunnen voorzien.
Morgen zijn we 'vrij', en huren we een auto om nog eens wat vuurtorens van de landkant te gaan bekijken en de laatste (verse) inkopen te doen.
 
Groet,
Marc

zondag 6 juni 2010

Verslag door Paul


      ................ In 1982 kreeg ik van mijn opa het boek van Herman Jansen (De horizon zeilde mee, dag na dag;
      Herman Jansen was de eerste Nederlander die solo rond de wereld zeilde). Sindsdien heb ik gedroomd van het zeilen
      op de oceaan. Het ritme van de eeuwige deining, de volkomen leegte, en de kunst van je schikken naar wind en
      golven... ...............
 
      .................Toen een aantal mensen uit mijn omgeving, van ongeveer mijn leeftijd, ernstig ziek werden en
      enkelen daar zelfs aan overleden, besefte ik dat dergelijke dromen niet gedroomd, maar geleefd moeten worden. En
      toen ik had bedacht dat ik dat dan maar moest gaan regelen, bleek het eigenlijk veel bereikbaarder dan vooraf
      gedacht. .........
 

      ............Dus toen kwam het weer op mij zelf aan; ga ik dit doen? Durf ik het aan? En het antwoord is JA. De
      boot is klaar, de tijd is geregeld, we gaan............
 

      Deze indringende woorden van Marc waren te lezen in een mail die hij begin dit jaar stuurde. Hij was op zoek naar
      mensen die "een stukje met hem mee wilde dromen". En hoewel ik een haat - liefde verhouding heb met zeezeilen was
      het voor mij eigenlijk niet mogelijk om de uitnodiging naast me neer te leggen.
      Laat ik beginnen met haat en liefde.
      Ik ken zeilen vanuit het varen in Friesland. En dan niet zomaar varen..... Ik heb zeilen lang ervaren als de kunst
      ergens te komen waar de wind je niet wil hebben. Dat roept de energie op van beheersen en strijden. De uitdaging
      aan gaan. Dit resulteerde in het ontwikkelen van vele vaardigheden. De uitdagingen, de sfeer van het traditionele
      zeilschip en het delen van het avontuur met de andere opvarenden gaven mij het gevoel dat ik in het zeilen de
      kunst van het leven kon uitdrukken. Tot zover de liefde kant van het verhaal.
      De haat kent twee aspecten. De eerste ligt (soms letterlijk) voor het oprapen: Zeeziekte. Voor wie dit gevoel niet
      kent: Stel je hebt een flinke kater en je moet om welke reden dan ook toch naar je werk. Niet iets om je op te
      verheugen lijkt me zo. Het tweede aspect van de haat ligt iets subtieler. Op zee duurt het voor mij niet zo heel
      lang voordat vragen zich opdringen: Hoe lang duurt dit nog? Wil ik hieraan wel mijn kostbare tijd besteden?
      Wanneer gebeurt er eens wat? De volkomen "leegte" en het schikken naar de golven gaat bij mij niet zonder slag of
      stoot gepaard. En ik denk dat het je niet zal verbazen dat het eerste en het tweede aspect een versterkende
      invloed op elkaar hebben.
      En zo begon ook dit keer onze reis. Voor de feiten verwijs ik je naar het verslag van Marc van de eerste nacht. Na
      10 uur in de wasmachine van de Noordzee te hebben geklotst laat mijn ervaring zich het best omschrijven met de
      magische woorden van Herman Kuiphof (München 1974) "zijn we er dan toch weer ingetuind.....?
      En er was ook een andere ervaring. Tijdens de heftige hagelbui met 36 knopen wind ((36 + 5) : 5 is 8 bft! En dat
      "aan de wind") werd me duidelijk dat goed voor mijzelf zorgen het enige was dat ik kon doen. Marc had de ruimte om
      goed voor zichzelf, het schip en ons (John, onze Vlaamse medereiziger en ik) te zorgen. Nadat de kou van de nacht
      en de kou van mijn doorweekte kleren zich steeds meer aan mij opdrongen heb ik me dan ook over gegeven aan Marc en
      de kooi van de bakboord drijver van de catamaran. Elf uur later werd ik wakker, we waren toen inmiddels aangekomen
      voor de kust van Calais.
      Achteraf denk ik dat juist deze overgave van cruciaal belang is geweest voor het vervolg van de reis, en dan met
      name mijn beleving van dit vervolg. Na het overleven drongen zich geen existentiële vragen aan mij op die ik
      normaal gesproken wel tegenkom tijdens het verblijf op zee.
      Terug naar het begin. Waarom had ik eigenlijk het gevoel dat ik niet om de uitnodiging van Marc heen kon? Waren
      het de aansprekende woorden van Marc? Of speelde er nog meer? Mijn gedachten gaan terug in de tijd, al weer zo'n
      15 jaar geleden. De tijd dat Marc en ik elkaar regelmatig troffen in Friesland, op de schepen van Prego. Het was
      de tijd dat ik bezig was met het vorm geven van mijn droom: Zwerven door Friesland, samen op stap, ver weg van de
      allerdaagse wereld, het leven léven......... Mijn god wat was het heerlijk dat ik in die tijd veel mooie mensen om
      me heen had. Mensen als Marc, die graag van alles wilden leren over zeilen en wellicht ook over het leven. Mensen
      ook, die de droom konden blijven uitdragen. Ook in tijden dat ik er zelf verstrikt in raakte. Hun passie en
      enthousiasme waardoor ook ik iedere keer weer aan kon haken bij mijn eigen geloof en vertrouwen wist te herwinnen.
 

      Het feit dat ik wel op Marc zijn uitnodiging moest ingaan komt niet voort uit het gevoel dat ik iets goed te maken
      heb. Nee, eerder vind ik het heerlijk om nu eens de droom van de ander, in dit geval van Marc te mogen
      ondersteunen. En ook vind ik het heerlijk om te mogen leren van de leerling die inmiddels zijn meester ver voorbij
      is gevaren......
      Marc, ik heb genoten van de golven die na hun geboorte duizenden mijlen verderop, midden op de oceaan, op ons af
      kwamen rollen. Waarschijnlijk heb ik een glimp opgevangen van "het ritme van de eeuwige deining, de volkomen
      leegte, en de kunst van je schikken naar wind en golven..." Dank daarvoor.
      Ze zeggen dat het realiseren van je droom een angstige aangelegenheid kan zijn. We vluchten maar liever in onze
      dagelijkse beslommeringen. Het getuigd van moed om de trossen los te gooien. Gooi ze helemaal los Marc en geniet
      van de vele momenten waarop vervolgens alles samenvalt......
      Paul.
 
 
 
 
 
 

donderdag 3 juni 2010

We zijn er!

Vanavond om 18.10 legden we aan in Brest. Zonnetje, voor de wind, tamelijk relaxed.
 
De hele nacht stond de gennaker er in z'n eentje op en zorgde voor een snelheid van een knoopje of 3-4. Bij het wisselen van de wacht met Paul om een uur of zes begon de wind wat aan te trekken, zodat de vaart er goed in kwam. Ik ging lekker slapen met de ruis van de snelheid van het schip naast m'n oor.
Na een half uurtje werd ik plotseling wakker van een knal; de knoop waarmee de val aan de gennaker vast zat, besloot los te schieten en de gennaker lag al spoedig voor het schip in het water. Toen ik mijn zeilpak aanhad, lagen we achter een soort zeeanker van 80 m2. De halshoek aan de voorkant van het schip, en de val en slurf klem tussen de roeren. Een klein half uur later hadden we de boel weer aan dek, en konden grootzeil en fok omhoog.
 
Eindelijk een 'gebeurtenis' meegemaakt, volgens John. Ik zelf vond het verhaal van Paul spannender; dat er een catamaran - zonder iemand aan dek - recht op ons af was gevaren. Eerst leek het goed te gaan, maar op het laatste moment had Paul toch moeten uitwijken. Stel je voor, ben je Europoort, Antwerpen en Cherbourg gepasseerd met al z'n grote scheepvaart, krijg je een frontaaltje vlak bij Brest.
 
Maar goed, precies op tijd voor het tijdvenster kwamen we bij het Chenal du Four. Ongelofelijk, twee keer per dag heb je drie uur, en precies aan de voorkant van die drie uur ben je er. In het Chenal begon de wind wat te draaien, zodat we toch nog een stukje mochten kruisen (voor het eerst in de 550 mijl!). Mooi vlak water, rustig windje, zonnetje; wat wenst men nog meer?
 
En nu: biertje, douche en bed!

Groet,
Marc

woensdag 2 juni 2010

Rustig aan...

Gisteravond, met Cherbourg in zicht, leek het logisch te denken dat we donderdag in de loop van de ochtend zouden aankomen. Op een gegeven moment viel de wind echter weg en voeren we (door de stroom) zelfs achteruit. Toch maar tijd om de motor te starten. En die besloot dat vanmorgen om 10.30 de benzine weer op was. Jaammer alweer. Gelukkig stond de wind gunstig voor een gennaker, die net wel/net niet vol te houden was. Oftewel: de laatste 150 mijl gaan niet zo snel als de eerste!
 
Het geeft ons wel de gelegenheid om in de zon te liggen, het eerste brood te bakken, te experimenteren met vistuigen, kortom, het soort dingen doen die je je in je dromen voorstelt bij lekker varen naar het zuiden. Vanavond heeft Paul voor een lekkere pastaschotel gezorgd, mét tomatensalade, en heeft John dat culinair afgemaakt met een fruitsalade en koffie met een 'talleure' (diverse soorten koeken op een bord). Eigenlijk stond de middag dus volledig in het teken van eten. Jammer dat het in dat kader niet lukte om de paravaan aan de praat te krijgen die het vistuig goed onder water moet houden; eten uit de zee om ons heen blijft dus voorlopig lastig.
 
De oceaandeining staat hier al lekker door, ten noorden van Guernsey (waar liggen die Kanaaleilanden nou ook alweer? En hoe kan het eigenlijk dat die Engels zijn en toch zo ergerlijk voor de Franse kust liggen?). Na een mooie zonsondergang komt er een prachtige sterrenhemel tevoorschijn. We hebben zo wel elk weertype voorbij zien komen in de afgelopen dagen; veel wind met regen, veel wind zonder regen, geen wind met regen, zon en windstil, zon en wind... We kunnen wel weer naar huis (ook omdat de oceaandeining die ik zocht ook al gewoon hier te vinden is..).
 
Nu ja, eerst nog een mijl of vijftig naar het 'Chenal du Four', een rotspaadje tussen de Bretonse kust en het 'Ile d'Ouessant' richting Brest. Vanmiddag heb ik die route voorbereid en drie keer gedubbelchecked. De Noordoostpolderdijk in 2008 was voorlopig voldoende steen voor de tere rompen van de Glatisant! We moeten daar morgen (donderdag) tussen 11 uur 's ochtends en 2 uur 's middags zijn, of 12 uur wachten, of om Ouessant heenvaren. Met de huidige snelheid moet het net te doen zijn, zodat we dan donderdag in de loop van de middag in Brest zouden kunnen zijn (als deze wind tenminste blijft staan).
 
Tot zover weer,
Groet, Marc

dinsdag 1 juni 2010

Gaat lekker

Inmiddels zitten we vlak boven Cherbourg. Vandaag begon inderdaad met motoren (een uur of 10) maar om een uur of acht kon het zeil er weer op. Aan het einde begon de wind te ruimen, van zuidoost naar uiteindelijk noord. Tegelijk kwam er wat mist op zetten, dus kon de radar er bij. Heerlijk ding, zo'n scherm met stipjes. En bij Cherbourg nuttig bovendien.
 
Van de bemanningsleden kunnen we nu wel stellen dat iedereen danig is ingeslingerd. Paul begon al een heel verhaal over echte zeelieden die lachten tegen Frankrijk (wat een paar pillen cinnarizine al niet met een mens kunnen doen!). Het koken lukt ook op een slingerend schip vrij goed; tot nu toe hebben we elke avond warm eten gehad, alleen de eerste avond was het wat simpeler uit potjes. Men klaagt nog niet (en als u het nog niet wist: over het algemeen reageert bemanning bijzonder geprikkeld op mindere kwaliteit voedsel).
 
Met dit onregelmatige slapen is het een beetje lastig om te bedenken welke dag het ook alweer is, en wanneer wat precies gebeurde. Je pikt belevenissen uit die op wat voor manier dan ook indruk hebben gemaakt, en relateert andere zaken daaraan. Gebeurde dat nu voor of na die heftige golf voor de Zeeuwse kust, bijvoorbeeld. Ook is het grappig om te zien hoe het licht en de kleuren veranderen met een beetje meer zon, of juist wolken of mist.
 
Tenslotte heeft het geklots en het water binnen wel opgeleverd dat ik eindelijk weet waar het lekwater in de linker boeg vandaan komt; Huibert kan een boodschappenlijstje verwachten voor de 'epoxy-boer', zodat we daar in Brest een einde aan kunnen maken.
 
Groet,
Marc

maandag 31 mei 2010

Kost wat, maar dan heb je ook wat

Het werd inderdaad een bewogen nacht, met WNW 7 Bf. Aan het einde van de avond leek de wind wat af te nemen, en konden we voorzichtig gaan denken aan het weghalen van een rif, maar tegen een uur of 10-11 stond de wind weer stevig door. Alles dat niet vast stond lag al gauw op de grond en het water vond z'n weg langs elke kier die te vinden was. Jaammer! Maar ook wel weer een aardige test.
John had zich wat meer liggen in de trampolines in de zon voorgesteld, met prosecco enzo. Ik bewonder hoe hij het hele geval opnam; qua zeedoop meteen 7Bf voor je kiezen te krijgen is niet niks!
Het goede nieuws was dat niemand ernstige vormen van zeeziekte heeft gehad, de boot zich verder goed hield, en dat we natuurlijk een hele goede voortgang maakten. Tegen een uur of drie vandaag (maandag), dus na een etmaal varen, waren we ter hoogte van Calais. Inmiddels (19.45) is de wind wat ingezakt en proberen we met de gennaker er een beetje de gang in te houden. We hebben nu ongeveer eenderde van de afstand afgelegd. Waarschijnlijk gaan we niet ontkomen aan een stuk motoren; naar verwachting zakt de wind in de nacht volledig in (nu nog maar 2 à 3 Bf)
Het experiment 'koken van aardappelen in zeewater' is goed verlopen; Paul noch John konden vertellen welke aardappel in zout, en welke in zoet water was gekookt.
 
Groet,
Marc
 
PS: deze blog sturen we alleen maar in; de reacties lezen we pas in Brest
 

zondag 30 mei 2010

Klots

Vanmiddag uiteindelijk om 15.00 losgemaakt in IJmuiden. De wind zat in het WNW-en, kracht 5 (op dat moment) Later trok het aan naar 6à 7 Bf. In een bui mochten we zelfs 36 knopen op de teller noteren. Voor John is het een heftige zeedoop! Voor het eerst, en dan in deze heksenketel terecht komen. Gelukkig houden we de moed erin, en het eten binnen. Paul ligt nu even te pitten, terwijl we net de Maasmonding zijn gepasseerd. Daar is men druk bezig de 2e Maasvlakte op te spuiten. Schepen varen af en aan.
Het belooft een bewogen nacht te worden! (valt niet mee om te typen in deze slingerbeweging)
 
Groet,
Marc