zaterdag 21 augustus 2010

We zijn er!

Vanmorgen om acht voor half negen maakten we vast aan de brandstofsteiger van Seaport Marina in IJmuiden. De eerste mens na de havenmeester op Horta bleek een kortgekapte, zwartharige manlijke persoon van ergens in de twintig te zijn. Z'n kleding deed een link met boten vermoeden. Hij nam  - zeer vriendelijk - het achterlijntje aan. De volgende was een blonde (enigszins puisterige) tiener bij de benzinepomp. Er was nog 5 liter benzine in de tank.
 
Na 1600 mijl zij we dus terug in Nederland, in iets minder dan 15 etmalen (9.30 vertekken, 8.30 aankomen).
 
Dùùhs.
 
Later komen er meer verslagen.
 
Groet,
Marc
 
 

laatste nachtwacht...

Terwijl ik dit schrijf, varen we voor de kust bij Scheveningen; het is nog een mijl of 25 naar IJmuiden. De nacht is helder, de wind zuidwest, dus het is een mooie afsluiting van de tocht.
 
De passage van Europoort ging soepeltjes. Het ziet er indrukwekkend complex uit, met alle lichten van de Maasvlakte, de boeien en de schepen op zee (al dan niet geankerd), maar het paadje dat voor jachten daar tussendoor is uitgezet is toch vrij rustig. Sector Maasmond oproepen om te vertellen dat je wilt
oversteken, en zij geven aan of de weg vrij is of niet.
 
Het verschil met het beginpunt van de reis is immens! Hier geen bergen van 1000 meter en meer in 1600 meter diep water, maar land dat zich nauwelijks aan de zee weet te ontworstelen, terwijl die zee zelf, met een diepte van een meter of 20, ook weinig aanspraak op die naam kan maken. Grappig is wel dat de golven ook hier goed kunnen klotsen; de diepte van 20 meter maakt ze kort en hoog, en bij het vertrek stonden tussen Pico en Faial net zulke korte hoge golven.
 
Nu ja, zoals het er nu naar uitziet lopen we over een uur of vijf IJmuiden aan; negen uur boordtijd, tien uur plaatselijke tijd. Mijn haar heeft erg veel zin in de douche.
 
Groet,
Marc

vrijdag 20 augustus 2010

nog 100 mijl te gaan

We zijn net Duinkerken gepasseerd, en varen nu voor de Belgische kust. De afgelopen nacht ging het niet heel erg snel (wel gestaag) en we hadden een dagresultaat van 100 mijl. Dat is ook de afstand die we nog naar IJmuiden moeten afleggen. Inmiddels is de wind weer toegenomen, en gaan we met een gangetje van 6 knoop voort. Naar verwachting zal de wind eerder toe dan afnemen, zodat ik verwacht dat we in de ochtend IJmuiden binnenlopen.
 
Sinds de laatste blog hebben we geen zeezoogdieren meer te melden. Wel is er, na drie maanden, eindelijk vis gevangen; twee makrelen. De avondmaaltijd staat dus in grote lijnen vast.
 
Groet,
Marc

We zijn er bijna...

Gisterennacht waren we het eiland Wight nog niet voorbij, en inmiddels liggen we voor Boulogne sur Mèr. Het is nog een kleine 20 mijl naar Calais (en op de heenweg deden we IJmuiden-Calais in 24 uur). Oftewel, we zijn er bijna!
 
De dag begon met een hozende regenbui, maar daarna hebben we de hele dag in de zon gevaren met mooi uitzicht op de Engelse kalkrotskusten (ik snap eindelijk waarom 'seven sisters' zo heet; het zijn kalkrotsen die wel wat weg hebben van de mutsen van verpleegsters). Ruime wind; lekkertjes. De wolken bleven netjes boven Engeland hangen. Toen we om vier uur vanmiddag de eerste 'lane' van het verkeersscheidingsstelsel overstaken, nam de wind af tot vrijwel windstil. Daarna heeel langzaam de 'middenberm' overgestoken, en om één uur vannacht konden we aan de tweede 'lane' beginnen. Gedurende de oversteek daarvan nam de wind weer toe. We hebben bij beide oversteken gemotord, zodat we nu echt alleen nog maar benzine hebben om IJmuiden binnen te varen. De weerkaart laat voldoende wind zien voor de komende dag (zuid rond de 6 Bf) dus dat zou geen probleem moeten zijn.
 
En, geloof het of niet, maar aan het begin van de avond hadden we dolfijnen bij de boot (Tuimelaars, u weet wel, van het dolfinarium). Binnen kon je het hoge gepiep van ze horen, en buiten leek het dat ze ons even kwamen 'checken', waarna ze weer verder zwommen. Vannacht hoorden en zagen Joke en Jip ze opnieuw rond de boot. Het is alsof de zeezoogdieren ons aan de staart hangen!
 
Het scheidingsstelsel was afgeladen met boten, een constante stroom van containerschepen, chemicaliëntankers, en andere vrachtschepen. Bij het passeren van de afzonderlijke 'lanes' hadden we steeds te maken met een schip of zes. Deze schepen verstoken alles wat brand en vloeibaar (te maken) is, wat niet perse schone uitlaatgassen oplevert. In de avondzon zagen we om ons heen dan ook een gelige laag op de horizon liggen. Ik kan me voorstellen dat de luchtkwaliteit in Dover en Calais hier meetbaar door beïnvloed wordt. 'Hè bah', zei Joke (en stak nog een sigaret op...).
 
Verder is de stemming goed en gaat het boordleven door zoals de afgelopen weken (inmiddels!).
 
In de loop van vrijdag zullen we nog een verwachting van aankomst geven.
 
Groet,
Marc
 

donderdag 19 augustus 2010

Kanaalroutine

Vanmorgen was het land dan ook echt te zien; de kust bij 'Start Point', vlakbij Plymouth. Vijf jaar geleden voeren we daar ook voorbij, toen we de boot ophaalden uit Millbrook (ook vlakbij Plymouth). Toen hadden we oostenwind, nu gelukkig west!
 
Het vaart lekker door, de wind komt uit het westen, kracht 4-6, en de golven komen  - anders dan op de oceaan - gewoon duidelijk van één kant (daar waar de wind vandaan komt) en in de loop van de dag bouwden ze lekker op, zodat we er fijn vanaf konden surfen. Op een gegeven moment konden we een golf bijhouden, zodat we uiteindelijk 13.6 knoop aan tikten.
 
De grote schepen varen in het midden van het Kanaal, waar wij er niet zoveel last van hebben daar we dicht onder de Engelse kust zitten.
 
Verder gaat alles z'n gangetje, wacht op, wacht af, reven, ontreven, eten, drinken, enzovoort... Enigszins vermoeiender dan hiervoor is dat we zelf moeten sturen (maar dat was bij 13.6 knoop helemaal geen straf). Alleen van het lezen komt even wat minder.
 
Groet,
Marc

woensdag 18 augustus 2010

Land in zicht

Vanavond om een uur of tien bereikten we de ingang van het Kanaal, en al tegen elf uur was het schijnsel van de vuurtoren van Lizard Point tegen de hemel te zien. Land in zicht dus!
 
In de laatste uren volgen de veranderingen elkaar razendsnel op. Was het gisteren nog groots en ledig op zee, inmiddels zien we overal om ons heen lichten van schepen. Twee varen er voor ons uit, een komt ons tegemoet, twee andere varen rechts van ons. Degene die op ons afkwam lijkt zich te ontpoppen als vliegdekschip. Verder zien we (naast de vuurtoren) de wolken verlicht door de lampen van de steden op de Engelse kust.
De golven, die vanmorgen nog tamelijk hoog waren, zijn inmidels danig afgevlakt. Naar mijn gevoel 'IJsselmeerniveau', maar dat gevoel is waarschijnlijk enigszins verstoord door de oceaangolven van de afgelopen weken. Na de weidsheid van de oceaan van de afgelopen tijd voelt het inderdaad als het invaren van een kanaal.
Verder zijn ook de vogels die we hier zien hele andere dan hiervoor; in de loop van de week kwamen er Noorse stormvogels in zicht, die geleidelijk de plaats innamen van de pijlstormvogels. En van de stormvogeltjes zien we alleen maar de bovenste van de pagina stormvogeltjes (de 'gewone') terwijl we eerder alleen maar de 'Madeira', 'Wilsons', en het 'Vale' stormvogeltje zagen (de onderste drie op de   pagina uit het vogelboek). Verder zijn de eerste Jagers (grote, middelste, kleine of kleinste?) en Jan van Genten (of Jannen van Gent?) weer gesignaleerd. We zagen eerst alleen maar juveniele vogels, maar inmiddels zijn ook de volwassen exemplaren gespot.  
We realiseerden ons vandaag ook opeens dat de laatste mensen die we zagen, de havenmeesters van Horta waren, en dat de eerstvolgende ofwel de pompbediende in Dover zal zijn, ofwel de havenmeester in IJmuiden. Wie het ook wordt, het zijn werelden van verschil. Natuurlijk een ander klimaat (watertemperatuur is inmiddels 15 graden, tegen 23 op Horta), maar ook een andere taal, tempo, alles eigenlijk.
Nu ja, allemaal heel erg voorstelbaar en voorspelbaar, maar toch bijzonder om zo mee te maken.
 
Qua leven aan boord kwamen we erachter dat de marifoonantenne uit de mast is verdwenen (geen idee wanneer en hoe). En ook de stuurautomaat lijkt er de brui aan te geven. Waar we op de heenweg nog vrolijk met 7Bf werden gestuurd door het ding, begint 'ie nu al te kraken en piepen bij 4Bf. Gelukkig is het traject te overzien en wilden we in het Kanaal toch al met z'n tweeën wachtlopen, dus is op de hand sturen niet heel erg. Voordat ik dit zo luchtig kon intypen heb ik er vanmiddag helaas eerst wel een 'klein dipje' door beleefd.
 
Voorlopig staat de wind de goede kant op en zeilden we lekkertjes ("en aan de hemel was kreukel noch plooi").
 
Groet,
Marc
 

dinsdag 17 augustus 2010

WIND!!!

Mijn vorige blog noemde ik 'op het continentaal plat', maar eigenlijk was 'WIND!!!' veel beter op z'n plaats geweest. Gisteren is er namelijk iets zeer wezenlijks gebeurd aan boord: we maken weer goede vaart! Hadden we van zondag op maandag nog een diepterecord in het dagresultaat (70 mijl), inmiddels hebben we ook het hoogtepunt tot nu toe bereikt: 145 mijl (althans, op deze terugreis; heen hebben we 180 geklokt). Met 5Bf op de kont, met uitschieters naar 6, kan het natuurlijk ook niet anders.
Vanmorgen hadden we zowaar nog dolfijnen rond de boot, die konden eindelijk hun hart ophalen bij 12 knoop. Ze sprongen uit de golftop het golfdal in, staken nog nét voor de boot dwars over, en één zwom in de top van een golf, als het ware voor de etalageruit. Zeer specta!
 
Groet,
Marc
 

Op het continentaal plat

Op dit moment (nacht van maandag 16 op dinsdag 17) zitten we op water van zo'n 100 meter diep. We hebben de oceaan dus praktisch verlaten en zitten op het continentale plat, wat niet wil zeggen dat het hier al lekker beschut is. Rechtsaf kom je nog steeds in Noord-Spanje uit. De afstand tot ons waypoint bij de ingang van het Kanaal is nu nog zo'n 120 mijl.
 
Gisternacht (zo op ma) hield om kwart voor vier de motor er mee op; benzinetank leeg. (We hebben nu nog 10 liter voor noodgevallen en het binnenlopen van de haven.) Op dat moment stond er zo'n drie knopen wind; te weinig om het grootzeil vol te houden in de deining. Dus zeil naar beneden, ankerlicht aan (geen voortgang!) en wachten op wind.
Op zich was dat niet eens zo heel erg; tot het moment dat de motor uitging waren er dolfijnen rond de boot geweest, die het een leuk spelletje leken te vinden om in het licht van de zaklamp heen en weer te plonzen. Ze leken 'rode vonkjes' uit het water te laten springen. Toen we eenmaal stil lagen en ik met de lamp een tijdje in het water scheen, bleken dat kleine visjes van een centimeter of 4 te zijn met een rode vlek voorin hun doorzichtige lijf. Al snel kwam er een school grotere vissen (20-30 cm) die die kleintjes wel lekker leken te vinden. NB, dit was dus nog op diep water; je schijnt met een zaklamp in zee en in no time miegelt het er van de vissen! Verder nog een kwalletje en wat onbestemde vlekken.
 
Om half zes stond er weer wat meer wind, en gingen de zeilen weer omhoog. Nog steeds geen snelheden om U tegen te zeggen (1,5-2 knoop) maar er was weer gang in de boot. Om half negen heeft Jip de gennaker gehesen, en in de loop van de dag kwam er meer wind (en snelheid). Uit het zuidwesten, dus helemaal de goede richting. Tegen vijf uur in de middag was de wind zover toegenomen dat de gennaker er weer af mocht. En een half uur geleden heb ik het tweede rif gezet.
We surfen met een dikke 5Bf weer lekker van de golven af. Het is bewolkt en het miezerregent. Het kielzog licht weer op, soms tot wel 100 meter achter de boot. Er zitten veel meer 'lichte spikkels' in dan vorige dagen, zodat het water achter de boot wel wat weg heeft van de sterrenhemel; donker water met lichte puntjes, omzoomd door twee lichte vegen 'melkweg' van de kielzoggen van de rompen. 
 
Verder gaat het leven z'n gangetje aan boord. Wacht op, wacht af, eten, lezen, voorraden checken, enzovoort. We hebben de eerste watertank inmiddels leeg, na dik 11 dagen. Valt helemaal niet tegen. En we eten nog steeds verse groente en vers fruit, dus de 'vieze blikjes' blijven voorlopig nog dicht.
Tenslotte is de stemming goed, en wordt er heel wat gelachen.
 
Groet,
Marc

maandag 16 augustus 2010

blakte...

We zitten op de overgang van de diepe oceaan naar het continentale plat, en er is hier van alles gaande. Helaas geldt dat niet voor de wind, die maar niet door wil gaan waaien. Een paar dagen geleden zagen we nog lagedrukgebieden in de meerdaagse verwachtingen, waardoor we (veel) wind op de kont zouden krijgen, maar die lijken al bij voorbaat opgevuld te worden. Soort van virtuele wind.
Wij zouden graag weer wat echte wind voorbij zien komen, want het einde van de benzinevoorraad komt snel in zicht.
 
Wat er wel gebeurt is (natuurlijk) dat het een stuk ondieper wordt; over een afstand van 50 mijl gaat het van 4000 naar 150 meter diepte. Kennelijk heeft dat hele positieve effecten op de visstand, want het krioelde vandaag van de vissersschepen (die het kennelijk ook niet nodig vinden om op oproepen te reageren). Verder waren er weer enkele vinvissen, grienden en een heleboel dolfijnen te zien. Het begint al gewoon te worden...
 
Vannacht zitten er weer een heleboel dolfijnen rond de boot. Gelukkig weten we wat het zijn, want in het donker wordt het geplons en geblaas al snel vertaald in gigantische zeemonsters. Zittend op de boeg met een zaklamp blijken de dolfijnen allerlei kleine visjes uit het water te jagen. Verder zien we als we naar beneden schijnen van alles oplichten onder water. Zoals ik al eerder schreef; het beeld van de oceaan als een lege woestijn klopt niet helemaal.
 
We plannen om via de Engelse kant van het Kanaal naar Nederland te varen. Volgens de weerkaartjes die we nu binnenkrijgen zouden we daar een knoop of 10-15 in de rug moeten hebben; niet heel veel, maar voldoende om door te kunnen varen.
 
Groet,
Marc

zondag 15 augustus 2010

Close encounter

Blog door Jip:

 

Deze blog zou gaan over het effect van de dagelijkse routine op de bemanning (in ieder geval op mij) en wat de reis, buiten de dagelijkse ervaringen, over de periode bij mij teweeg brengt. Tijdens de Driehoek* was mijn ervaring al dat een deel van de kick erin zit dat je lang onderweg bent. Deze ervaring laat zich niet in één moment beleven en heeft een merkwaardige uitwerking op mij. Als dit bij de Driehoek al zo was, is dat nu nog behoorlijk wat sterker. Gisteren was een dag dat het zeilen op de oceaan in mijn hoofd los begon te raken van het oversteken ervan (met al doel: aankomen). Het duurde een poosje voor alles weer bij elkaar kwam en ik weer in staat was te genieten van de trip en het hier-en-nu van de oceaan (rond de 48ste breedte- en de 13e lengtegraad!).

*Driehoek Noordzee; van Den Helder naar de Orkney-eilanden (boven Schotland), naar Noorwegen (Farsund), terug naar Den Helder. Ongeveer 3-4 zeildagen per traject. Gevaren in 2009.

Maar zoals de kop doet vermoeden geeft de actualiteit van gisterenavond aanleiding tot een veel spectaculairder verhaal. Terwijl Marc lag te slapen en de rest van de bemanning plannen maakte voor de koffie werden we opgeschrikt door het geluid van het leegblazen van een tuinslang. De opgeschrikte crew zag zich aan stuurboord op enkele meters afstand geconfronteerd met een metershoge nevel en een langzaam oprijzende gestalte. Een paar meter verder maakte een klein vinnetje herkenning eenvoudig: Balaenoptera Physalus, Gewone Vinvis. Het beest zwom enkele bootlengten met ons mee waarna het besloot linksaf te slaan en met een ruk aan het roer moest een aanvaring worden voorkomen. Gelukkig duurde het gevaar niet lang en konden we, inclusief Marc, geallarmeerd door het geschreeuw van de geschrokken bemanning, het beest nog enige tijd aan stuurboord met ons mee zien zwemmen. Toen er een ruime bootlengte afstand was (wat overigens maar een halve vinvislengte is) maakte de schrik plaats voor ontzag voor de enorme omvang van dit dier.

Later op de avond, bij wisseling van de wacht, was er een tweede ontmoeting waar ik in eerste instantie een beetje van schrok. Al de hele avond zag mijn geestesoog overal imaginaire walvissen opduiken maar ik had mezelf voorgenomen het hoofd koel te houden. In het betrekkelijke donker van de heldere nacht (met een melkweg zo fel dat deze weerspiegelt in het water) waren allerlei witte sporen zichtbaar. Merkwaardig bij deze rustige golslag... Nog een keer goed kijken leverde en slangachtig spoor op dat pijlsnel rond de boot kronkelde. Een meterslange zeeslang? Van de pod Dolfijnen die voor de sporen verantwoordelijk bleken hebben we er niet één waargenomen. Alleen hun sporen die als serpentines rond de boeg kronkelden: wat gaaf!

De ocean blues waar de dag voor mij mee begon was al weggetrokken, maar deze twee ontmoetingen waren een enorme moraalbooster. Nog 280 mijl naar het Kanaal: jammer!

Jip

Mag het íetsje meer zijn?

Zoals Joke al schreef was het motor aan, motor uit vannacht, en hadden we het grootste deel van de dag weer lekker de gang erin.
 
Events van de dag:
- de klok ging vandaag een uur vooruit: we varen van 28 graden westerlengte naar 5 graden oosterlengte; een verschil van grofweg 30 graden en dus twee uur (aarde is 360 graden rond, draait in 24 uur z'n rondje, dus 15 graden/uur). Klopt precies met het tijdverschil tussen de Azoren en Nederland. Op de heenweg hadden Huibert en ik er geen rekening mee gehouden, wat tot een rare tijd van zonsopkomst en -ondergang leidde. We gaan nu in twee stappen in tijd vooruit, waarvan vandaag (overschrijden 15 graden) de eerste.
 
- ietsje meer zeezoogdieren. Op het gevaar af eentonig te worden, maar vandaag hebben we dus alweer de nodige walvissen en dolfijnen gezien. Om half acht begon het met een heel stel dolfijnen vooruit, die ver boven water uitsprongen. Nog terwijl we die aan het bekijken waren, zag Jip een stel potvissen (stuk of drie) aan bakboord. En terwijl we die in de peiling probeerden te houden (staartvin!) werd er een grote blow aan de horizon gezien. Snel werd de koers verlegd in de richting van die blow, en na een minuut of tien hadden we een gigantische vinvis bij de boot (sorry, de Gewone Vinvis). De blaasgaten waren duidelijk te zien, ontzettend brede rug, en het duurde een hele tijd voordat z'n dorsale vin tevoorschijn kwam. Waan-zin-nig!!!
Later, bij het overnemen van de wacht leek het even alsof er zeeslangen voor de boot heen en weer krioelden. Het waren dolfijnen wiens sporen oplichtten door de algen...
Maar de klapper (bijna letterlijk) hadden Joke en Jip tijdens hun wacht. Ik werd wakkergebruld ("Marc, WALVIS") door Jip, die maar net een aanvaring met een gigantische vinvis (Gewone Vinvis) had voorkomen. Hij hoorde de blow van het beest vlakbij de boot en gooide nog net op tijd het roer om. Het beest draaide zich achter de boot om, en bleef een tijdje naast ons zwemmen...
Dùùùhs...
 
Wij zijn een beetje onder de indruk van al dit zeeleven. Het beeld dat de oceaan een lege woestijn is, zoals ik op de heenreis nogal dacht, moet stevig worden bijgesteld. Je ziet de hele voedselketen in het oplichten van de beesten; algen lichten het water op waar we doorheen varen, vervolgens zie je lichtende stippen van fytoplankton dat die algen op eet, dan zijn er een soort tennisballen die dat fytoplankton weer eten, en ergens is er ook een overstap naar vissen; de Gepen die we op de trampoline vonden gaven ook weer dat groenige licht. En dan zijn er al die dolfijnen en walvissen die die vissen weer opeten (maar helaas zelf geen licht geven, dat zou voor de scheepvaartveiligheid wel plezierig zijn).
 
Soms lijkt het alsof er geen einde komt aan deze oceaan (dit was de achtste dag op zee), maar met deze ontmoetingen is het eigenlijk jammer dat we er al weer bijna vanaf zijn; de afstand tot het waypoint in de monding van het Kanaal is nog zo'n 300 mijl, maar al over een dikke honderd mijl komen we op het continentale plat en dan zal het toch wel grotendeels afgelopen zijn met de walvissen (dolfijnen kan nog wel). Voor een potvis die tot 3000 meter kan duiken (maar het meestal tot 500 beperkt) betekent 100 à 200 meter natuurlijk vooral vaak je neus stoten.
 
Groet,
Marc
 
PS: en by the way: wij sturen deze teksten op naar de blog, maar kunnen de reacties niet lezen (heel dun kabeltje naar de sateliet, dus geen internet). Dringende reacties kun je direct mailen naar "glatisant[apestaartje]mailasail.com"

zaterdag 14 augustus 2010

de zee, de luchten ...

Na een nacht van dobber-klotsen, motor aan, motor uit, nu weer met een lekker windje (13  knopen) met een lekker vaartje (6 kn) verder over die prachtige plas water. Alweer, voor de 8e opeenvolgende dag prachtig weer, veel zon, en 360 graden rondom prachtige wolkenpartijen. 's Nachts naast de indrukwekkende sterrenhemels ook van allerlei lichtgevends in het water te zien, naast het kleine lichtgevende spul wat we ook van de Noordzee kennen zien we hier ook lichtgevers ter grootte van een tennisballen onder de boot voorbij schieten. Ra-ra
Vogels zijn er zoals verwacht weinig te zien, verschillende soorten (pijl)stormvogels, een handjevol per dag, af en toe een stormvogeltje, naar die fladderen zo onrustig en blijven zo op afstand dat die lastig op naam te brengen zijn.
 
Door het rustige weer is het kokkerellen prima te doen, zeeen de tijd daarvoor, verbeteren we onze broodbaktechniek en hebben we gisteren genoten van een goeie pizza met zelfontpitte olijven. Verbazingwekkend hoe snel alle verse etenswaar binnen korte tijd onder de schimmel komt te zitten, tot en met gerookt spek aan toe..
Verse vis hebben de mannen nog niet aan de haak weten te slaan, maar het is hier dan ook nogal diep, 4000 meter, misschien zien ze onze haken met overheerlijke gepekoppen over het hoofd...
 
We verslinden nogal wat leesvoer van grote diversiteit (romans, thrillers, non fictie over politiek, beesten, eten enatuurlijk over walvissen en zeevogels) waar we gelukkig voorlopig ook nog niet doorheen zijn.  
Maar u eerst weer aan dek om te kijken of de reuzevissen - zeezoogdieren zich weer willen laten zien vandaag! 
 
Groet!
Joke

walvissen deel van de routine?

In een grijs verleden heb ik wel eens een stuk geschreven over de drukte op het water (zie 'wild zwijn', ergens op de artikelenpagina van het Vega-deel van de site). Kwam erop neer dat ik eerst Friesland ontvluchtte vanwege de drukte op het water, al snel ontdekte dat het op het IJsselmeer en de Wadden niet wezenlijk anders was, en vervolgens ontdekte dat de Noordzee ook helemaal niet leeg meer is.
Voor hen die denken dat je op de oceaan dan toch wel nergens op hoeft te letten: vergeet dat maar. Gisternacht (net na het afronden van de blog) kwam er weer een schip op tegenkoers, dat uiteindelijk op ongeveer een mijl afstand passeerde. Dat is - op oceaanschaal - héél erg dichtbij. Het voelde dan ook niet helemaal prettig dat er geen enkele reactie kwam op herhaalde oproepen op de marifoon.
En vanavond verscheen er - vanuit de zelfde hoek - opnieuw een lichtje aan de horizon. Ditmaal bleek het om een stilligend schip te gaan. Met 4371 meter diepte kunnen we er vanuit gaan dat 'ie niet geankerd lag, maar wat er wel aan de hand was? Geen idee.
 
Een ander idee dat misschien bijstelling behoeft is de vraag of de walvissen zijn uitgestorven. Nou, in elk geval niet hier. Vandaag was het weer een 'tamelijk rustige dag', qua wind en zeegang (voortgang de afgelopen 24 uur: 85 mijl). Om half tien vanmorgen zagen we een walvissenblow, en toen nog één, en toen nog één... Uiteindelijk een groepje van een potvis of 6, dat verspreid opgedoken kwam uit de diepte, vervolgens elkaar opzocht, en toen weer naar dieper water dook. We hebben de boot even stilgelegd om het gebeuren beter te kunnen bekijken. Erg mooi!
 
Verder was het weer een routinedag; rustig varen, brood bakken, eten koken, lezen, oceaan bekijken... Vannacht is de sterrenhemel weer helemaal subliem; 360 graden rondom wolkenvrij. Het rare is dat een heel bekend sterrenbeeld als de Kleine Beer, een beetje wegvalt tegen alle sterren die erachter tevoorschijn blijken te komen. De sterrenkaart die we bij ons hebben helpt dan ook niet echt om wijzer te worden uit alle sterrenbeelden. Nu ja, zoals de voortgang nu is hebben we nog wel een paar nachten om ons erin te verdiepen.
 
Nog dik 400 mijl naar het Kanaal!
 
Groet,
Marc

vrijdag 13 augustus 2010

another day...

Vandaag leek erg op gisteren; routine.
Hoewel, we hadden twee keer een overstag! Eén om 9.30 en één om 19.45 (lekker gespreid over de dag). De wind heeft er zo'n beetje de hele dag over gedaan om van noordwest naar oost naar noordoost te draaien. Nu zijn er schuchtere pogingen om uit het noorden te gaan staan. Zou ons goed uitkomen overigens.
 
De groente en het fruit hebben het nog wat moeilijk met de warme start (23 graden op de 'koele' plekken in de boot). De spitskool (die het op de heenreis zo lang uithield) begon gedeeltelijk weg te lopen, en ook de witte kool zag wat bleekjes (eigenlijk bruintjes). Grote problemen, zoals je ziet.
 
In de kabbel en klots was een ander hoogtepunt het oplopen door een andere zeilboot! Het bleek een Outremer 55 (heele grote catamaran) met aan boord een stel Zweden, onderweg van de Middellandse Zee naar Zweden (waar anders). Ze hadden langs de Portugese kust nogal op hun donder gekregen, en waren zo'n 500 mijl naar het westen uitgeweken. Inmiddels deden de instrumenten het niet meer, en of we een weerbericht hadden. Dat lukte wel. Overigens vond ik dat we ze met onze 30 voet nog vrij aardig bijhielden.
Tenslotte nog een oplopend vrachtschip aan het begin van de nacht.
 
Nog even, en ik begin het hier ook druk te vinden!
 
Nog 500 mijl tot het Kanaal.
 
Groet,
Marc

donderdag 12 augustus 2010

routine op zee

Vandaag was een 'routine-dag op zee', zoals Joke het uitdrukte. Niks spectaculairs qua weer, water of waterbeesten (de Gepen hebben niet tot vangst van Bonito's of ander smakelijk visgebeuren geleid), maar doorvaren in de constante klots, huishoudelijke dingetjes doen, en beetje naar de wolken kijken.
 
De wind was aan het begin van de dag noordelijk 2à3 Bf, maar bewoog zich tussen NNW en NNO, waardoor we nogal met zeilen en koers bezig waren. We gingen er bovendien niet erg hard op (knoop of 3-4). Later op de dag bleef de wind in het NNW staan, en nam wat toe tot 4 Bf, zodat we nu met een knoop of 6-7 halverwind naar de ingang van het Kanaal varen. De dagresultaten liggen tussen de 100 en 130 mijl, wat ik nog steeds als 'weinig' beleef; ik zag op de kaart dat we op de heenweg een dag van 180 er tussen hadden zitten! Niet helemaal de juiste verwachting voor deze reis dus.
De golven wisten het grootste deel van de dag ook niet precies waar ze vandaan kwamen (of eigenlijk, die golven golfden lekker, en wíj snapten er niks van). Er stond nog een dikke deining schuin van achteren, en daaroverheen liep nog wat dat schuin van voren kwam. Effect was een lekkere hobbelklots ('we zitten op een hobbelpaard', volgens Joke).
Het wordt inmiddels ook een beetje kouder dan we tot nu toe gewend waren. Op zich ook niet raar bij noordelijke wind. Bij vertrek kon je de nachtwacht nog in lange broek en t-shirt doen, maar inmiddels heb ik volledig zeilpak en thermisch ondergoed aan. De zeewatertemperatuur is 6 graden gezakt naar 17 graden. De zon deed het wel weer erg goed vandaag; voor het eerst hadden we een strakblauwe hemel rondom, met alleen aan de horizon wat bewolking.
 
De zee-routine bestond uit het controleren van het fruit en de groente (een deel van de bananen moet op, de peren houden het goed, maar de appels vallen wat tegen), handwasje (opfrissen van de thee- en handdoek in de keuken), brood bakken (twee in één keer), koken (rijst met tonijn uit blik, bij gebrek aan vangst; overigens is de tonijn afkomstig van de Azoren en met de handlijn gevangen; tijdens de vakantie hebben we met vissers daar gesproken en de visserij daar is onvoorstelbaar kleinschalig, 75% van de vloot bestaat uit open bootjes kleiner dan 9 meter. Drie man op een bootje met een lange lijn met 48 haken, en dan de hele dag op zee), afwassen (in koud zout water), boekje lezen en horizon in de gaten houden (één vrachtschip).
 
Nog zo'n 600 mijl te gaan naar het Kanaal!
 
Groet,
Marc

woensdag 11 augustus 2010

wat gaat er zoal in de hoofden om?

Afgelopen nacht (van maandag op dinsdag) was aardedonker; door de motregen was niet te zeggen hoeveel zicht we überhaupt hadden, zodat ik de radar er een tijdje bij had staan. Niks te zien natuurlijk. Maar toen Jip de wacht overnam om zes uur (bij het eerste daglicht), bleek er al snel een schip op ramkoers te liggen. Je kunt wel denken dat het hier leeg is, maar verschillende schepen zijn toch al erg dicht in de buurt gekomen!
De bewolking en af en toe (mot)regen die maandagavond om een uur of acht begon, bleef de hele dag doorstaan. Pas tegen de avond brak het in het westen open en kwam er zowaar nog een zonnetje tevoorschijn. De wind draaide in de loop van de dag van het zuidwesten naar het westen en staat op dit moment (nacht van dinsdag op woensdag) in NNW. Naar verwachting blijft dat morgen overdag nog zo.
 
Toen we aan het einde van de middag de gennaker hesen, bleken er twee verstekelingen op de trampolines te liggen; twee vissen die later als 'Geep' werden gedetermineerd. Geen vliegende vissen, maar beesten die kennelijk alleen maar hebben gesprongen. Moet wel raar zijn; duizenden mijlen water, overal spring je omhoog en val je weer in het water, en dan opeens niet meer. Het was hun eerste (en laatste) kennismaking met het fenomeen 'droog'. Nu het donker is blijkt de grootste van de twee op te lichten, net als de algen waar we doorheen varen die onze kielzoggen doen oplichten. Als de bootsnelheid wat minder wordt, gaan we bekijken of met de Gepen er wél vis aan onze haken wil happen.
 
Onhandig van dit weer is dat de stroomvoorziening het zwaar heeft; bewolking betekent weinig rendement van de zonnepanelen, en weinig wind van achteren (voor het grootste deel van de dag) betekent nul opbrengst uit de windgenerator. 'Gelukkig' krijgen we de wind straks op kop, zodat die laatste weer wat gaat leveren.
 
Het is nu nog zo'n 700 mijl naar de ingang van het kanaal. Ik merk dat ik nog teveel de snelheid van de heenweg als referentie gebruikt (dan zou dat in 4.5 dagen gepiept zijn). We zitten nu met veel minder wind, uit een andere richting, en een hoog dat ons dadelijk de weg gaat versperren. Het kost me enige moeite om bij het 'hier en nu' te blijven, zeker met een dag waarop er geen walvissen dartelen, maar grijze wolken en grijze golven het beeld bepalen.
 
Wel blijft de verbazing over de grootse wijdsheid van dit alles hier, en vraag ik me regelmatig af hoe die oude zeevaarders dat toch deden, toen nog niet alles was gekarteerd of slechts gebrekkig. Columbus zag zee-olifanten aan voor zeemeerminnen, dus er zal toen aan boord wel de nodige spanning hebben geheerst over allerlei mythische zeebeesten. Of - dat valt natuurlijk ook niet uit te sluiten - de zeemeerminnen hebben zich sinds die tijd beter leren verstoppen of zijn wellicht uitgestorven.
 
Verder is de stemming aan boord goed. We verbazen ons (zelfs hier!!!) over de hoeveelheid troep die we voorbij zien drijven. Het strookje water dat we rond de boot zien is grofweg tweehonderd meter breed, dus we zien maar een héél klein stukje van al dat water hier. Bovendien blijft in dat strookje veel verborgen achter kleine en grote golven. Desondanks zien we een plastic emmer, een restant van vistuig, een dekzeil, een fles, een beker, nog een emmer, een vierkant stuk blauw plastic, en nog meer vistuig... Tijdens de Driehoek Noordzee vorig jaar werd gevraagd om drijvend afval te rapporteren, maar toen hebben we niet zoveel gezien als nu. Redelijk absurd als je het mij vraagt. Het boekje over walvissen dat Joke meebracht, heeft het over blikjes die in de magen van potvissen werden aangetroffen. De schrijver gebruikt het om aan te tonen dat potvissen ook op de bodem jagen, maar ik zie het vooral als bewijs dat we onze troep werkelijk overal laten slingeren. Hoewel, ook dat valt niet uit te sluiten, wellicht ging het om gevulde blikjes tonijn; een potvis kan natuurlijk geen blikopener hanteren.
 
Nu ja, zo verbazen wij ons over het een en ander.
 
Groet,
Marc

dinsdag 10 augustus 2010

Meer wind

Vandaag hadden we meer wind (3 tot 5Bf), en ging het dus harder. Het grootste deel van de dag hebben we onder een strakblauwe hemel met donkerblauwe golven met daarover de schittering van de zon gevaren. De walvissen hebben zich allemaal achter de golven verstopt; vanmorgen hadden we alleen een stel dolfijnen in de buurt. Tegen een uur of negen vanavond kwamen er wolken opzetten vanuit het noordwesten, en is het begonnen te regenen. Inmiddels varen we in het pikkedonker in de motregen. Geen sterren helaas.
De wind heeft in de loop van de dag ook de golven doen opbouwen, zodat het leven aan boord weer meer schommelend gaat. Op zich loopt de boot wel mooi door de golven heen (het zijn nog niet de joekels van op de heenreis, maar dat kan ook niet met deze wind).
Zoals het er nu naar uitziet is dit feest niet van lange duur. De wind neemt al weer wat af, en gaat in de komende dagen draaien naar het noordoosten (waar wij dus heen moeten). Helaas. \
 
Groet,
Marc
 

maandag 9 augustus 2010

Whale watching's paradise

Vandaag stond in het teken van het walvissen kijken. Over de dagafstand (grofweg zo'n 100 mijl) zullen we het maar niet hebben. Er was te weinig wind, blakte, en een groot deel van de dag heeft de motor gebromd.
 
Maar, elk nadeel had z'n voordeel; door de vrijwel vlakke zee was elke walvis in de omgeving goed te zien. En daar waren er dus een he-le-boel van! Het begon met een paar grienden die we in de verte spotten en die even later naast ons opdoken om poolshoogte te nemen. Daarna was er aan de horizon het wilde geplons te zien van grote walvissen die hun gigantische lijven uit het water verhieven en terug lieten plonzen (à la Zuidkaper, maar die zitten hier niet). Vervolgens nog her en der verschillende groepjes die we niet goed konden thuisbrengen, twee potvissen met een 'blow' volgens het boekje (schuin naar voren) die bij het duiken spectaculair hun staarten lieten zien, en tenslotte een groepje van vier walvissen dat van achter recht op ons af kwam (maar helaas voor we ze goed konden zien al weer onderdook). In totaal een kleine twintig walvissen, van tenminste drie soorten!!!
We werden er nogal onrustig van; steeds gingen de blikken over de horizon op zoek naar nieuw 'groot wild'.
 
Op het visfront hebben we wat bonito's onder de boot gehad (kleine tonijnen/grote makrelen) waarvan er zowaar één in een haak beet. Helaas wist 'ie zich los te werken voordat we hem aan dek konden halen. Toch maar lasagna gegeten...
 
Bij het overnemen van de wacht van Jip zonet, leek het wat meer te waaien zodat de gennaker er weer op kon. Kwam goed uit, want de motor had net z'n tank leeggeslobberd en sloeg af. Toen ik vervolgens weerkaartjes binnenhaalde en bekeek, zag ik nog meer wind die ook prompt aan dek stond. Snel de gennaker er weer af, motor getankt om even in de wind te kunnen komen, en grootzeil gehesen. De hele dag doe je niets met het zeil, en dan ineens alle actie in het holst van de nacht (gelukkig met z'n tweeën). Nu varen we met een knoop of 15 wind uit het zuidwesten en koersen recht op het Kanaal af. Eindelijk weer eens een snelheid van zes knopen op de teller! Zoals het er nu naar uitziet gaat dat echter niet zo erg lang duren, want er gaat zich een nieuw hogedrukgebied vormen ten westen van de Britse eilanden waardoor we weinig wind kunnen verwachten die ook nog eens tegen staat... Nu ja, we zien wel.
 
Groet,
Marc

zaterdag 7 augustus 2010

Azoren uit zicht

Het is nu twee uur 's ochtends, en onder een deels bewolkte, deels sterrenhemel varen we met een knoop of vijf naar het noorden. Op dit moment klettert er een bui over ons heen. We konden nog heel lang het licht van de vuurtoren van Graciosa tegen de wolken zien, maar dat is inmiddels echt verdwenen. We hebben de Azoren nu dus echt verlaten.
Verlaten is ook de zee; de hele dag hebben we maar één schip gezien. Nog wel veel vogels, maar dat zal gaan afnemen naarmate we verder op open zee komen.
 
Zo met z'n drieën is het even uitpuzzelen wat voor wachtsysteem we gaan gebruiken. Met twee was het simpel; als de één slaapt is de ander wakker, en andersom. Maar met drie hebben we de neiging om met teveel op te blijven, waardoor de slaap in het gedrang komt. Nu ja, we zijn van plan om in één keer door te varen naar IJmuiden, dus tegen die tijd zullen we dat wel hebben uitgevlast.
 
De smeerreep van het derde rif deed vanmiddag nog even z'n best om opnieuw een rotorblad te vangen, dus daar zit nu een elastiek omheen. Raar dat we daar op de heenweg helemaal geen last van hadden, terwijl we toen vrijwel de zelfde koers voeren.
 
Tot zover,
Groet,
Marc
 
PS: bijzondere dag vandaag: mijn vader is jarig!

vrijdag 6 augustus 2010

(weer) weg!

Gisteren vertrokken we om 17.30 (plaatselijke tijd, dus 19.30 NL tijd). Er stond een flinke klots tussen Pico en Faial; waarschijnlijk door de golven die links en rechts om Pico heen krulden. Verder was de wind nu weer vrij weinig, om vervolgens tot zo'n 6Bf aan te trekken. Die eilanden doen rare dingen met de wind.
In vergelijking tot alle zeiltochten die we de afgelopen weken hadden gemaakt, woei het stevig en ik was blij dat we nu niet drie kinderen aan boord hadden; die waren al snel in kleine braakjes veranderd waarschijnlijk.
Nadat we voorbij São Jorge waren, begon de wind weer zo te worden als verwacht; ongeveer 4Bf uit oost-zuidoost (OZO). Alles liep dus lekkertjes.
Opeens echter zag ik dat de windgenerator onregelmatig draaide; er bleek een stuk van een rotorblad afgebroken. Waarschijnlijk een smeerreep geraakt. We hebben even overwogen of dat op zee te repareren zou zijn (een set met reservebladen lag al aan boord) maar zijn toch weer omgekeerd en teruggevaren naar Horta.
Daar lieten we om 02.30 het anker vallen en zijn gaan slapen.
 
Vanmorgen om acht uur lagen we voor de kade bij het havenkantoor, en konden er een laddertje lenen om bij de windgenerator te komen. Om negen uur was alles weer gefixed, en met nieuwe benzine aan boord, verlieten we om half tien de haven weer.
Elk nadeel heb ze voordeel, en zo kon ik nog even bellen met Erna om te horen dat ze gisteravond goed waren aangekomen in Nederland.
 
Inmiddels hebben we precies hetzelfde weerbeeld voorbij zien trekken als gisteravond; weinig wind, veel wind, en daarna de verwachte wind. Het schiet weer lekker op, en op dit moment (half drie) zijn we weer bijna net zover als gisteravond. In de verte zagen we net zeezoogdieren die te groot waren voor dolfijnen, maar waar we niet konden opmaken welke walvissen het dan waren (ze hebben hier nogal wat soorten). Misschien later nog eens.
 
Groet,
Marc

donderdag 5 augustus 2010

crew change

Deze week zijn Joke en Jip aangekomen, de 'crew' voor de terugreis. Gisteren zouden Erna en de kinderen ook terugvliegen, maar door een vertraging mochten ze nog een nacht langer blijven, en kregen we het cadeautje van een gezellige avond tezamen. Vandaag vliegen ze als het goed is echt.
De afgelopen weken waren zeer fijn vakantievieren tussen de eilanden (zie hieronder). En nu besef ik me opeens dat ik nog maar één zeiltocht verwijderd ben van het einde van dit avontuur. Oeps...
 
Nu ja, eerst moeten we er komen. Er ligt nu nog een hogedrukgebied pal ten noorden van de Azoren, waardoor er daar nogal windstilte heerst. Maar als het goed is, schuift dat in de loop van de komende dagen een klein beetje naar het oosten, waardoor wij over de westflank ervan met ruime wind naar het noorden kunnen varen, en na een paar dagen geleidelijk de bocht naar het oosten kunnen maken (nog steeds met de wind in de rug). Het ziet er niet uit als de rechte streep die we op de heenweg konden volgen, maar de vooruitzichten zijn weer zeer gunstig.
 
Zoals het er nu naar uitziet, vertrekken we vandaag of morgen.
 
Groet,
Marc