................ In 1982 kreeg ik van mijn opa het boek van Herman Jansen (De horizon zeilde mee, dag na dag;
Herman Jansen was de eerste Nederlander die solo rond de wereld zeilde). Sindsdien heb ik gedroomd van het zeilen
op de oceaan. Het ritme van de eeuwige deining, de volkomen leegte, en de kunst van je schikken naar wind en
golven... ...............
.................Toen een aantal mensen uit mijn omgeving, van ongeveer mijn leeftijd, ernstig ziek werden en
enkelen daar zelfs aan overleden, besefte ik dat dergelijke dromen niet gedroomd, maar geleefd moeten worden. En
toen ik had bedacht dat ik dat dan maar moest gaan regelen, bleek het eigenlijk veel bereikbaarder dan vooraf
gedacht. .........
enkelen daar zelfs aan overleden, besefte ik dat dergelijke dromen niet gedroomd, maar geleefd moeten worden. En
toen ik had bedacht dat ik dat dan maar moest gaan regelen, bleek het eigenlijk veel bereikbaarder dan vooraf
gedacht. .........
............Dus toen kwam het weer op mij zelf aan; ga ik dit doen? Durf ik het aan? En het antwoord is JA. De
boot is klaar, de tijd is geregeld, we gaan............
Deze indringende woorden van Marc waren te lezen in een mail die hij begin dit jaar stuurde. Hij was op zoek naar
mensen die "een stukje met hem mee wilde dromen". En hoewel ik een haat - liefde verhouding heb met zeezeilen was
het voor mij eigenlijk niet mogelijk om de uitnodiging naast me neer te leggen.
Laat ik beginnen met haat en liefde.
Ik ken zeilen vanuit het varen in Friesland. En dan niet zomaar varen..... Ik heb zeilen lang ervaren als de kunst
ergens te komen waar de wind je niet wil hebben. Dat roept de energie op van beheersen en strijden. De uitdaging
aan gaan. Dit resulteerde in het ontwikkelen van vele vaardigheden. De uitdagingen, de sfeer van het traditionele
zeilschip en het delen van het avontuur met de andere opvarenden gaven mij het gevoel dat ik in het zeilen de
kunst van het leven kon uitdrukken. Tot zover de liefde kant van het verhaal.
De haat kent twee aspecten. De eerste ligt (soms letterlijk) voor het oprapen: Zeeziekte. Voor wie dit gevoel niet
kent: Stel je hebt een flinke kater en je moet om welke reden dan ook toch naar je werk. Niet iets om je op te
verheugen lijkt me zo. Het tweede aspect van de haat ligt iets subtieler. Op zee duurt het voor mij niet zo heel
lang voordat vragen zich opdringen: Hoe lang duurt dit nog? Wil ik hieraan wel mijn kostbare tijd besteden?
Wanneer gebeurt er eens wat? De volkomen "leegte" en het schikken naar de golven gaat bij mij niet zonder slag of
stoot gepaard. En ik denk dat het je niet zal verbazen dat het eerste en het tweede aspect een versterkende
invloed op elkaar hebben.
En zo begon ook dit keer onze reis. Voor de feiten verwijs ik je naar het verslag van Marc van de eerste nacht. Na
10 uur in de wasmachine van de Noordzee te hebben geklotst laat mijn ervaring zich het best omschrijven met de
magische woorden van Herman Kuiphof (München 1974) "zijn we er dan toch weer ingetuind.....?
En er was ook een andere ervaring. Tijdens de heftige hagelbui met 36 knopen wind ((36 + 5) : 5 is 8 bft! En dat
"aan de wind") werd me duidelijk dat goed voor mijzelf zorgen het enige was dat ik kon doen. Marc had de ruimte om
goed voor zichzelf, het schip en ons (John, onze Vlaamse medereiziger en ik) te zorgen. Nadat de kou van de nacht
en de kou van mijn doorweekte kleren zich steeds meer aan mij opdrongen heb ik me dan ook over gegeven aan Marc en
de kooi van de bakboord drijver van de catamaran. Elf uur later werd ik wakker, we waren toen inmiddels aangekomen
voor de kust van Calais.
Achteraf denk ik dat juist deze overgave van cruciaal belang is geweest voor het vervolg van de reis, en dan met
name mijn beleving van dit vervolg. Na het overleven drongen zich geen existentiële vragen aan mij op die ik
normaal gesproken wel tegenkom tijdens het verblijf op zee.
Terug naar het begin. Waarom had ik eigenlijk het gevoel dat ik niet om de uitnodiging van Marc heen kon? Waren
het de aansprekende woorden van Marc? Of speelde er nog meer? Mijn gedachten gaan terug in de tijd, al weer zo'n
15 jaar geleden. De tijd dat Marc en ik elkaar regelmatig troffen in Friesland, op de schepen van Prego. Het was
de tijd dat ik bezig was met het vorm geven van mijn droom: Zwerven door Friesland, samen op stap, ver weg van de
allerdaagse wereld, het leven léven......... Mijn god wat was het heerlijk dat ik in die tijd veel mooie mensen om
me heen had. Mensen als Marc, die graag van alles wilden leren over zeilen en wellicht ook over het leven. Mensen
ook, die de droom konden blijven uitdragen. Ook in tijden dat ik er zelf verstrikt in raakte. Hun passie en
enthousiasme waardoor ook ik iedere keer weer aan kon haken bij mijn eigen geloof en vertrouwen wist te herwinnen.
Het feit dat ik wel op Marc zijn uitnodiging moest ingaan komt niet voort uit het gevoel dat ik iets goed te maken
heb. Nee, eerder vind ik het heerlijk om nu eens de droom van de ander, in dit geval van Marc te mogen
ondersteunen. En ook vind ik het heerlijk om te mogen leren van de leerling die inmiddels zijn meester ver voorbij
is gevaren......
Marc, ik heb genoten van de golven die na hun geboorte duizenden mijlen verderop, midden op de oceaan, op ons af
kwamen rollen. Waarschijnlijk heb ik een glimp opgevangen van "het ritme van de eeuwige deining, de volkomen
leegte, en de kunst van je schikken naar wind en golven..." Dank daarvoor.
Ze zeggen dat het realiseren van je droom een angstige aangelegenheid kan zijn. We vluchten maar liever in onze
dagelijkse beslommeringen. Het getuigd van moed om de trossen los te gooien. Gooi ze helemaal los Marc en geniet
van de vele momenten waarop vervolgens alles samenvalt......
Paul.
1 opmerking:
Dank voor deze woorden Paul!
Marc
Een reactie posten