zondag 15 augustus 2010

Close encounter

Blog door Jip:

 

Deze blog zou gaan over het effect van de dagelijkse routine op de bemanning (in ieder geval op mij) en wat de reis, buiten de dagelijkse ervaringen, over de periode bij mij teweeg brengt. Tijdens de Driehoek* was mijn ervaring al dat een deel van de kick erin zit dat je lang onderweg bent. Deze ervaring laat zich niet in één moment beleven en heeft een merkwaardige uitwerking op mij. Als dit bij de Driehoek al zo was, is dat nu nog behoorlijk wat sterker. Gisteren was een dag dat het zeilen op de oceaan in mijn hoofd los begon te raken van het oversteken ervan (met al doel: aankomen). Het duurde een poosje voor alles weer bij elkaar kwam en ik weer in staat was te genieten van de trip en het hier-en-nu van de oceaan (rond de 48ste breedte- en de 13e lengtegraad!).

*Driehoek Noordzee; van Den Helder naar de Orkney-eilanden (boven Schotland), naar Noorwegen (Farsund), terug naar Den Helder. Ongeveer 3-4 zeildagen per traject. Gevaren in 2009.

Maar zoals de kop doet vermoeden geeft de actualiteit van gisterenavond aanleiding tot een veel spectaculairder verhaal. Terwijl Marc lag te slapen en de rest van de bemanning plannen maakte voor de koffie werden we opgeschrikt door het geluid van het leegblazen van een tuinslang. De opgeschrikte crew zag zich aan stuurboord op enkele meters afstand geconfronteerd met een metershoge nevel en een langzaam oprijzende gestalte. Een paar meter verder maakte een klein vinnetje herkenning eenvoudig: Balaenoptera Physalus, Gewone Vinvis. Het beest zwom enkele bootlengten met ons mee waarna het besloot linksaf te slaan en met een ruk aan het roer moest een aanvaring worden voorkomen. Gelukkig duurde het gevaar niet lang en konden we, inclusief Marc, geallarmeerd door het geschreeuw van de geschrokken bemanning, het beest nog enige tijd aan stuurboord met ons mee zien zwemmen. Toen er een ruime bootlengte afstand was (wat overigens maar een halve vinvislengte is) maakte de schrik plaats voor ontzag voor de enorme omvang van dit dier.

Later op de avond, bij wisseling van de wacht, was er een tweede ontmoeting waar ik in eerste instantie een beetje van schrok. Al de hele avond zag mijn geestesoog overal imaginaire walvissen opduiken maar ik had mezelf voorgenomen het hoofd koel te houden. In het betrekkelijke donker van de heldere nacht (met een melkweg zo fel dat deze weerspiegelt in het water) waren allerlei witte sporen zichtbaar. Merkwaardig bij deze rustige golslag... Nog een keer goed kijken leverde en slangachtig spoor op dat pijlsnel rond de boot kronkelde. Een meterslange zeeslang? Van de pod Dolfijnen die voor de sporen verantwoordelijk bleken hebben we er niet één waargenomen. Alleen hun sporen die als serpentines rond de boeg kronkelden: wat gaaf!

De ocean blues waar de dag voor mij mee begon was al weggetrokken, maar deze twee ontmoetingen waren een enorme moraalbooster. Nog 280 mijl naar het Kanaal: jammer!

Jip

Geen opmerkingen: